HOOFDSTUK FINANCIËN
4.1 HET CONCERNREKENINGRESULTAAT 1996
Rekening valt positief uit
In 1996 sluit de concernrekening van de gemeente met een voordeel van f 2,1 miljoen. Begroot was echter een exploitatietekort van f 4,4 miljoen. De werkelijke uitkomst valt derhalve f 6,5 miljoen gunstiger uit.
Het resultaat is opgestuwd door enkele grote meevallers;
deels draagt het saldo van een aantal kleinere mee- en tegenvallers eraan bij. In de
bijlage hierna zijn de belangrijkste op een rij gezet. We noemen hier enkele grote.
De kapitaallasten vallen f 1,3 miljoen lager uit. Dat komt doordat in de uitvoering van kredieten vertraging is opgetreden (zie paragraaf 4.7). Ook zijn niet alle geplande kredieten aangevraagd. Dat levert een voordeel van f 0,5 miljoen op. Totaal dus f 1,8 miljoen.
De exploitatie van Combiwerk sluit ten opzichte van de begroting f 2,1 miljoen voordeliger dankzij een hogere rijksbijdrage, een gunstige omzet en lagere apparaatskosten.
De DMZ heeft op verschillende onderdelen een begrotingsoverschot van in totaal f 1,7 miljoen behaald. Een grote post daarvan vormen de uitgaven voor bijzondere bijstand (f 0,5 miljoen lager). De onderschrijding op de apparaatskosten (f 0,4 miljoen) komt echter doordat een aantal projecten doorlopen over de jaargrens.
Voor de gemeentelijke musea was het jubileumjaar 1996 succesvol. De tentoonstelling "Delftse Meesters, tijdgenoten van Vermeer" droeg bij tot een voordeel van f 0,7 miljoen.
De OZB bracht f 0,8 miljoen meer op door afwikkeling van posten over oudere jaren.
Tenslotte zijn er budgetten welke niet of nauwelijks
aangesproken zijn zoals de post voor flankerend personeelsbeleid. Deels verschuiven die
uitgaven evenwel naar volgend jaar.
De concernrekening bevat eveneens nadelen. De belangrijkste schuilt in de financieringssfeer: f 1,6 miljoen nadeel. De gemeente kende in 1996 een financieringsoverschot en kon mede door toedoen van een lager investeringsvolume niet "profiteren" van de lagere marktrente. Door "dure" leningen met boeten vervroegd af te lossen werd een financieringstekort bereikt. Voor 1996 geeft dat een incidenteel nadeel. Daar staan in de volgende jaren lagere rentekosten tegenover (zie ook paragraaf 4.8).
Ook de gemeentefondsuitkering geeft een tegenvaller
van f 0,7 miljoen door correcties over voorgaande jaren
Zelfde afwijking ten opzichte van Concernbericht
Op het eerste gezicht heeft het Concernbericht dit jaar weinig voorspellende waarde gehad. In Concernbericht II werd het concern-rekeningresultaat voor 1996 nog becijferd op f 1,4 miljoen nadeel (exclusief kapitaallasten) ten opzichte van de begroting. Als wordt uitgegaan van een voordeel op kapitaallasten van f 1,3 miljoen blijft er nauwelijks verschil over in de ramingen van begroting en Marap Ook ten opzichte van de Marap wijkt het rekeningresultaat derhalve f 6,5 miljoen in positieve zin af.
Bij nader inzien ligt dat verschil toch minder groot. Het exploitatieresultaat van Combiwerk was uit voorzichtigheidsoverwegingen in het Concernbericht nog p.m. meegenomen alhoewel reeds sprake was van een voordeel van f 1,4 miljoen. De korting op het gemeentefonds uit de septembercirculaire van f 1,6 miljoen is als tegenvaller in het Concernbericht meegenomen. Feitelijk overbodig, daar deze tegenvaller daarna alsnog in de begroting werd verwerkt.
Desondanks zou verwacht mogen worden dat rekening en
concernbericht elkaar wat uitkomst betreft meer moeten overlappen. Als dat niet kan zou
dat te denken geven over de financiële inzichten die tussentijds gevormd worden en de
kwaliteit van informatie die (mogelijk op de achtergrond) als richtsnoer dient in de
besluitvorming over uiteenlopende zaken. Wij trekken als conclusie dat de kwaliteit van de
informatiecyclus op het punt van de resultatenprognose in het Concernbericht verbetering
behoeft. Wij zullen hierop de volgende keer dan ook meer nadruk leggen.
4.2 BALANS
De balans verschaft inzicht in:
Balans
(in miljoenen guldens) 31-12-1996 31-12-1995
Vaste activa
Materiële activa 366,7 343,1
Financiële activa (uitgezet geld,
vorderingen en deelnemingen): 852,5 880,9
Vlottende activa
(voorraden, debiteuren, liquide
middelen en overlopende posten) 106,9 167,6
Totaal activa 1.326,1 1.391,6
Passiva
Eigen vermogen (reserves en
voorzieningen): 223,5 201,8
Schulden op lange termijn 972,2 1.071,3
Schulden op korte termijn: 130,4 118,5
Totaal passiva 1.326,1 1.391,6
Gewaarborgde geldleningen 733 756
Toelichting balans:
Materiële vaste activa
De bruto-investeringen bedragen f 31,9 miljoen. In totaal
is f 11,3 miljoen uit fondsen gedekt dan wel aan investeringsbijdragen van derden
ontvangen. Afgeschreven is f 13,1 miljoen. De investering in bedrijfsmiddelen bedraagt
netto f 16,2 miljoen. De boekwaarde is per saldo gestegen met f 23,6 miljoen.
Financiële vaste activa
De gemeente heeft aan woningbouwverenigingen en derden geldleningen verstrekt. Totaal is per saldo f 49,5 miljoen door de geldnemers afgelost. In dit bedrag is een buitengewone aflossing opgenomen voor de financiering van de woningbouw ad f 18 miljoen.
De post deelnemingen bedraagt f 1,6 miljoen.
Eigen vermogen
In paragraaf 4.6 komt de ontwikkeling van de reserves en voorzieningen aan de orde.
Schulden op lange termijn
De daling van deze post heeft met name te maken met een
buitengewone aflossing van leningen van f 50 miljoen ter eliminering van het
financieringsoverschot. De normale aflossing op de leningen is f 33 miljoen. Per saldo is
de afname circa f 99,1 miljoen.
4.3 RISICO'S
In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de risico´s
met betrekking tot financiële onderwerpen waarvoor geen voorziening is getroffen. Die
risico's ontstaan door allerlei factoren die de gemeente meestal niet in eigen hand heeft.
Soms zijn deze moeilijk kwantificeerbaar of is aan te geven of de risico's structureel dan
wel incidenteel van aard zijn. Opvallend is wel dat risico's meer en meer samenhangen met
de aansprakelijkheid van de gemeente als deelnemer in het maatschappelijk verkeer. Hoewel
de opname van de risicoparagraaf niet strikt is voorgeschreven zijn wij van mening dat de
informatiewaarde door het opnemen van een dergelijke paragraaf verbetert.
Rioolrechten grote afvoeren
Verschillende grote afvoerders hebben bezwaar gemaakt tegen hun aanslag rioolrecht grote afvoeren. Dit als gevolg van het arrest van de Hoge Raad inzake het rioolafvoerrecht van de gemeente Tilburg. Het bezwaar in Delft richt zich op het feit dat de belastingplichtigen in Delft een gelijke situatie van toepassing achten als die bij de gemeente Tilburg. Kernpunt hierin is of het gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel door de gemeente op een juiste wijze wordt toegepast.
Het is nog niet bekend of er wel of niet geprocedeerd gaat
worden. Afhankelijk van het te kiezen traject en het uiteindelijke resultaat bestaat er
voor de gemeente een risico dat de opgelegde aanslagen deels of zelfs geheel nietig worden
verklaard.
Dura
Dura stelt de gemeente aansprakelijk voor schade die zij
zou hebben ondervonden en zal ondervinden als gevolg van verklaring van de gemeente in het
verleden dat er bij het terrein aan de Schieweg 14 geen belemmeringen voor
bedrijfshuisvesting waren. Nadien is door de Provincie goedkeuring onthouden als gevolg
van een verder aanscherping van de eisen met betrekking tot grondsanering. De gemeente
stelt zich op grond hiervan op het standpunt dat zij niet aansprakelijk is voor de schade
die Dura opvoert. Dura is nog niet tot dagvaarding van de gemeente Delft overgegaan.
Renterisico grote infrastructurele werken
Per 31 december 1996 dient nog een bedrag ad ƒ
14.896.215,- te worden ontvangen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat inzake
betaalde omzetbelasting (inclusief kosten voorfinanciering) van grote infrastructurele
werken. Het risico dat de gemeente loopt betreft een rente-risico. De Ministeries van
Financiën en van Verkeer en Waterstaat zijn nog in onderhandeling over de afwikkeling van
de BTW-problematiek. Tot op heden is niet bekend welk ministerie welk bedrag of
renteprecentage zal vergoeden.
Tijdens de uitvoering van het bovengenoemde project is er
schade ontstaan. De gemeente is hiervoor aansprakelijk gesteld. Het risico wat de gemeente
loopt betreffen de kosten van een juridische procedure en kosten die samenhangen met de
eventueel veroorzaakte schade.
Ontwikkeling gemeentefondsuitkering onzeker
Het rijk doet zuinig aan en eist dat ook van de gemeenten.
Dat is feitelijk de kern van de normeringsystematiek welke gehanteerd wordt voor het
gemeentefonds. Met elke uitgavenverlaging van het rijk wordt ook de geldkraan van het
gemeentefonds weer iets verder dichtgedraaid. Hoewel eens de rek uit de rijksbegroting wel
zal zijn verdwenen valt toch moeilijk te voorspellen wanneer dat moment aanbreekt. De
vastigheid van dit algemene dekkingsmiddel voor de gemeenten heeft in korte tijd
aanzienlijk aan kracht verloren.
4.4 ALGEMENE UITKERING GEMEENTEFONDS
Gemeentefondsuitkering staat onder druk
Een groot deel van haar uitgaven dekt de gemeente met de
algemene uitkering uit het gemeentefonds. In 1996 bedroeg deze f 127 miljoen. De
ontwikkeling van het uitkeringsniveau geeft de gemeente in de afgelopen jaren echter
weinig reden tot tevredenheid. Voor de toekomst ligt dat niet anders. De invoering op 1
januari 1997 van de nieuwe Financiële Verhoudingswet 1997 - en het daarbij behorende
nieuwe verdeelsysteem - levert Delft uiteindelijk een jaarlijks nadeel op van f 10,5
miljoen .In vijf jaarlijkse (oplopende) stappen treedt dit nadeel op. Het financieel
meerjarenbeeld is hierop inmiddels aangepast.
De tegenvallers, die het gemeentefonds daarnaast oplevert,
houden verband met de koppeling van het gemeentefonds aan de uitgavenontwikkeling van het
rijk. Het rijk snoeit voortdurend op eigen uitgaven en het gemeentefonds deelt daarin mee.
Het begrotingsbeeld moest daarom in 1996 neerwaarts worden aangepast. Dat de
gemeentefondsuitkering in de rekening 1996 toch f 0,7 miljoen lager uitvalt dan begroot
houdt verband met correcties over voorgaande jaren. De belangrijkste correctie (f 0,4
miljoen) houdt verband met een lager aantal uitkeringsgerechtigden dan waarvan eerder werd
uitgegaan.
Er is intensief overleg tussen rijk en gemeenten gevoerd
over de werking van de normering van het gemeentefonds aan de rijksuitgaven. Dat heeft
niet tot een duidelijke koerswijziging geleid. Wel besloot kabinet om de nacalculatie over
1996 - deze zou noodzakelijk zijn omdat de definitieve rijksuitgaven over 1996 opnieuw
lager zijn uitgevallen - niet met het gemeentefonds te verrekenen. Voor Delft houdt dit
gebaar een voordeel in van f 2 miljoen.
Onderstaand overzicht geeft de financiële resultaten van
die gemeentelijke belastingen, die als algemeen dekkingsmiddel dienen. Voor heffingen waar
specifieke gemeentelijke produkten en diensten tegenover staan wordt verwezen naar de
toelichting in de concernrekening op de corresponderende functies.
(opbrengsten in miljoenen) Begroting Rekening Saldo
OZB 32,8 33,6 0,8
Hondenbelasting 0,3 0,2 - 0,1
Toeristenbelasting 0,2 0,2 -
Precario 2,3 2,2 - 0,1
35,6 36,2 0,6
OZB: De hogere opbrengst van de OZB wordt verklaard door de afwikkeling van openstaande vorderingen over oudere jaren. In de opbrengst zijn stelposten opgenomen van f 2,8 miljoen voor nog op te leggen aanslagen over 1995 en 1996. Daarnaast is nog een voorziening getroffen van f 0,8 miljoen voor eventueel niet-inbare belastingvorderingen.
Overige belastingen: De opbrengst van de
hondenbelasting blijft, ondanks controles, achter bij de raming. Momenteel gaat het om een
aantal van 3100 honden. De opbrengst van de toeristenbelasting en de precariobelasting is
licht achtergebleven. Voor de drie belastingen is een voorziening van f 56.000 opgenomen
voor niet-inbare belastingverordeningen.
Minimabeleid gemeentelijke belastingen
Onder bepaalde voorwaarden kunnen belastingplichtigen kwijtschelding verkrijgen van enkele belastingen. De kwijtscheldingsnorm is verruimd van 90 naar 95% van de bijstandsnorm. In totaal zijn er 3000 aanvragen ingediend, waarvan er 1900 zijn toegewezen. Over 1996 is in totaal een bedrag van f 0,9 miljoen kwijtgescholden, hetgeen f 0,1 miljoen meer is dan het begrote bedrag van f 0,8 miljoen.
De achterstand, die bestond in de afhandeling van
kwijtscheldingsverzoeken, is in 1996 ingelopen.
4.6 ONTWIKKELING RESERVEPOSITIE
Het totaal van de gemeentelijke reserves en voorzieningen
steeg in 1996 met f 19 miljoen tot f 223 miljoen. De reserves stegen met f
12 miljoen, de voorzieningen met f 7 miljoen.
Weerstandsvermogen iets afgenomen
Het primaire weerstandsvermogen, dat als buffer fungeert
voor financiële tegenwind, daalt met f 4 miljoen tot f 40 miljoen. Dit
weerstandsvermogen wordt gevormd door de saldireserve, de algemene reserve en de algemene
reserve grondbedrijf. Deze daling is deels planmatig tot stand gekomen, overeenkomstig
eerdere besluitvorming door de gemeenteraad. Hieronder valt de overheveling van f
3,1 miljoen van de algemene reserve naar de concernreserve voor automatisering. Het
rekeningresultaat over 1995 ad f 2,1 miljoen is in 1996 met de saldireserve
verrekend.
Hoewel het buffervermogen is gedaald, kan de gemeente Delft
financieel gezond worden genoemd. Naast de drie genoemde algemene reserves beschikt Delft
over een groot bedrag aan bestemmingsreserves. Bestemmingsreserves zijn gelabeld eigen
vermogen. In geval van nood kan hierop eveneens beroep worden gedaan. Uit vergelijkende
statistieken blijkt dat Delft geen koploper is voor wat betreft de hoogte van de reserves
en voorzieningen.
Overzicht ontwikkeling reserves en voorzieningen
Vergelijking van het eigen vermogen (=reserves en voorzieningen) per eind 1995 en per eind 1996 levert voor de verschillende componenten het volgende beeld:
(bedragen in miljoenen) jaarrek 1995 jaarrek 1996
verschil
ALGEMENE RESERVES
Algemene reserves totaal 44,4 40,1 -4,3
BESTEMMINGSRESERVES
Bestemmingsreserves totaal 84,0 100,1 +16,1
Belangrijkste wijzigingen:
Reserve Stadsvernieuwing 12,4 22,9 +10,5
Reserve voor parkeervoor-
zieningen 4,3 6,4 +2,1
Reserve instandhouding
Delftse monumenten 6,1 4,9 -1,2
Concernreserve voor
automatiseringsmiddelen 0,6 3,5 +2,9
Reserve Delft Kennisstad 3,3 4,6 +1,3
VOORZIENINGEN
Voorzieningen totaal 76,2 83,2 +7,0
De belangrijkste wijziging
trad op bij:
Algemene voorziening lopende
exploitaties 55,0 56,5 +1,5
Totaal 204,5 223,4 +18,9
Bestemmingsreserves hoger
De belangrijkste stijging trad op bij de reserve
Stadsvernieuwing. Aan de reserve instandhouding Delftse monumenten werd per saldo ruim
f 1,2 miljoen onttrokken. De reserve voor parkeervoorzieningen steeg met f 2,1
miljoen vooral door het positieve exploitatieresultaat van het parkeerbedrijf van. f
1,8 miljoen. Dit resultaat lag ƒ 0,7 miljoen hoger dan geraamd.
Stijging voorzieningen over gehele linie
Een groot aantal voorzieningen nam om diverse redenen
geleidelijk toe. Een daarvan is de bijschrijving van de omslagrente die in 1996 (bij zowel
de reserves als) de voorzieningen nog automatisch plaatsvindt .
Nieuwe reserves en voorzieningen
In 1996 zijn enkele nieuwe voorzieningen en reserves ingesteld, te weten:
- Twee voorzieningen dubieuze debiteuren bij de Bestuursdienst en de dienst Stadsontwikkeling
- Voorziening bijzondere bijstand
- Reserve aanvaardbare kosten ambulancedienst (om de verschillen tussen de werkelijke exploitatielasten en de toegestane kosten op basis van de COTG-tarieven te verrekenen)
- Egalisatievoorziening Tentoonstellingen Gemeentemusea (om schommelingen in de resultaten van tentoonstellingen op te vangen, zie ook de BAR 1996)
- Voorziening groot onderhoud dienst Stadsontwikkeling (voor fluctuerende uitgaven groot onderhoud van Barbarasteeg 2 en Natuur- en Milieu-educatiecentrum de Papaver op te vangen)
- Reserve Aankoop gemeentearchief (om documenten,
waarvan het bezit of behoud voor de stad waardevol wordt geacht, te kunnen aankopen).
4.7 INVESTERINGEN
De onderbesteding van investeringen stabiliseert
Ten aanzien van de realisatie van beschikbaar gestelde investeringsbedragen valt op dat de periode tussen autorisatie en afsluiten van de investering niet verder afneemt.
Het totaalbedrag van de openstaande investeringen bedraagt per ultimo 1996 f 13,9 miljoen. Hiervan heeft f 6,1 miljoen betrekking op 1996 en f 4,4 miljoen op 1995. Het merendeel van de posten is dus relatief jong.
Als gevolg van de openstaande investeringen wordt het
budget op de gewone dienst voor kapitaallasten niet geheel aangesproken. Met de
budgethouders zijn afspraken gemaakt om een realistische planning te maken van het
uitgaventempo van deze investeringen. Hierdoor wordt het mogelijk om de ruimte op het
budget van de kapitaallasten beter te volgen en te beheersen. In de kadernota en de
begroting 1998-2001 wordt deze fasering meegenomen.
Relevante onderbestedingen toegelicht
uitvoering fietspadenplan 1989-1991
Dit betreft een krediet uit 1989 van f 2,9 miljoen.
Eind 1996 is hiervan f 1,7 miljoen uitgegeven. In 1997 zal de fietsverbinding naar
Delfgauw uit dit krediet worden bekostigd. Daarnaast zal de aanleg van fietsstroken op de
Schieweg worden gecombineerd met onderhoudswerk (1997/98). Tevens zal in die periode de
fietsverbinding naar de TU-wijk worden geoptimaliseerd. Wij verwachten dat het krediet in
1998 kan worden afgesloten.
herinrichting Stationsplein
In 1995 is het uitvoeringskrediet beschikbaar gesteld.
Na een periode van langdurig overleg heeft uiteindelijk de sloop van het voormalige PTD-complex plaatsgevonden. Een groot gedeelte van de voorbereidende werkzaamheden voor de aanleg van het plein is inmiddels verricht.
Wij verwachten dat het krediet in 1999 kan worden
afgesloten.
doortrekken tramlijn 1 naar Tanthof
Het project is in 1991 van start gegaan. De totale investering bedraagt f 83,9 miljoen.
Het project is in 1995 gereed gemeld. De gemeente heeft nog
ruim f 14 miljoen te vorderen van het rijk. Een groot deel hiervan bestaat uit BTW.
Daarover zijn de ministeries van Financiën en Verkeer en Waterstaat nog in
onderhandeling. Delft moet deze bedragen voorfinancieren. De rentederving neemt de
gemeente in eindafrekening naar het rijk mee.
renovatie begraafplaats Jaffa
De werkzaamheden ten aanzien van het onderhoud van de
beplanting is nagenoeg gereed. Als gevolg van langdurige onderhandelingen met de architect
is de bouw van de aula later gestart dan gepland.
renovatie rioolgemalen
De uitvoering van het gemeentelijk rioolbeleidsplan van het
Miereveltgebied is door het Hoogheemraadschap niet goedgekeurd. Naar verwachting kan het
rioolgemaal Zuidplantsoen hierdoor pas eind 1997 of begin 1998 worden gerenoveerd.
achterstallig onderhoud brandweerkazerne
Voor het wegwerken van achterstallig onderhoud zijn
inmiddels het onvermijdelijke onderhoud uitgevoerd. In 1997 zal een voorstel worden
gemaakt dat inzicht verschaft in een aantal varianten voor de modernisering van de
kazerne.
aanpassen en onderhoud van basisschool Vrijenban
Het gezamenlijk bouwen door het openbaar- en christelijk
onderwijs heeft enige vertraging opgelopen in de voorfase. Met de bouw van één complex
aan de Maria Duystlaan zal begin 1997 worden gestart.
Marktrente schommelt
De rente op de marktrente is aanvankelijk gestegen van 6,4%
tot 7%. Vervolgens heeft een daling plaatsgevonden tot 6,2% per eind 1996. Eind maart 1997
is deze rente 6,1%.
De geldmarktrente is aanvankelijk gedaald van 3,3% tot
2,7%. Daarna is deze rente weer gestegen. Per eind 1996 was een niveau bereikt van 3%. Per
eind maart 1997 is dit 3,1%.
Relatie marktrente en financiering in 1996 en later
Aangezien er in het afgelopen jaar sprake was van een financieringsoverschot zijn er geen langlopende leningen aangetrokken. Dit overschot is ontstaan door zowel een stagnatie in investeringen als door verkoop van de CAI en de opgelopen reserves en voorzieningen.
Dit overschot is door buitengewone vervroegde aflossing van
50 miljoen aan langlopende leningen in de tweede helft van 1996 opgelost.
De portefeuille langlopende leningen heeft nu een
gemiddelde rente van 7,7%. Ter indicatie: dit is gelijk aan het gemiddelde van de
kapitaalmarktrente gedurende de laatste 10 jaar.
Eind 1997 zullen voor omvangrijke bedragen leningen
vervroegd worden afgelost. Resultante hiervan zal zijn dat de gemiddelde rente daalt naar
7,6% in 1998. Exclusief de afschrijving over de boete van de bijzondere aflossing uit 1996
is dit zelfs 7,4%.
4.9 ACCOUNTANTSVERKLARING
Accountant rapporteert over doelmatigheid
Over het rekeningjaar 1996 heeft de accountant diverse
rapportages uitgebracht. Op basis van zijn bij de jaarrekening 1995 verstrekte bevindingen
en adviezen heeft het college een actieplan vastgesteld, waarvan in de managementletter en
het rapport van bevindingen bij de concernrekening de voortgang wordt aangegeven. In het
voorjaar 1997 heeft de accountant een aanvullende rapportage uitgebracht over het
doelmatigheidsbeheer in Delft.
De accountant geeft -vanuit zijn discipline- in de
rapportage over het doelmatigheidsbeheer als hoofdlijn een positief beeld over het
functioneren van de Delfste organisatie en de opzet van het besturingsmodel. Desondanks
ziet de accountant verbeteringsmogelijkheden voor de "planning en control" bij
de diensten en voor de gemeente als geheel. Deze verbeteringsmogelijkheden worden door de
accountant geplaatst in het perspectief van het organisatie-ontwikkelingsproces. Een van
de ontwikkelingslijnen zal daarbij het herijken van het bestaande besturings- en
beheersingsinstrumentarium moeten zijn. De accountant doet daar een aantal concrete
suggesties voor.
Belangrijke onderwerpen in dit verband zijn de (verdere)
ontwikkeling van Bestuurlijke Informatie Voorziening door middel van de documenten van de
jaarcyclus, nadere kaderstelling voor het opzetten van de Administratieve Organisatie met
name voor die bedrijfsprocessen waar risico's aan verbonden zijn, en de organisatorische
inbedding van dienstcontrol en concerncontrol in brede zin.
Accountant geeft goedkeurende verklaring
De accountant geeft een goedkeurende verklaring bij de
concernrekening. De concernrekening geeft een getrouw beeld van de grootte en de
samenstelling van de financiële positie op 31 december 1996. De concernrekening is
overigens ook in overeenstemming met de gemeentelijke comptabiliteitsvoorschriften.
Bijlage
REKENING TEN OPZICHTE VAN DE BEGROTING
De concernrekening 1996 sluit met een positief resultaat
van f 2,1 miljoen; geraamd was een nadelig resultaat van f 4,4 miljoen. Het
rekeningresultaat laat ten opzichte van de begroting derhalve een voordeel zien van f 6,5
miljoen. De belangrijkste afwijkingen zijn:
1. Personeel Bestuursdienst (002.0) - 0,7 miljoen
Vooral kosten interim-leiding en tijdelijk personeel.
2. Afdeling Belastingen (002.3) - 0,4 miljoen
Nadeel bestaat uit kosten interim-management,
uitzendkrachten en extra taxatie-kosten.
3. Gemeentebrede voorwaardenscheppende projecten (002.4) + 0,7 miljoen
De posten rekenkameronderzoek en preventieve periodieke doorlichting
(totaal f 0,2 mln) zijn niet aangesproken, evenals de post flankerend
personeelsbeleid (f 0,5 mln). Deze laatste wordt in 97/98
ingezet.
4. Afdeling Burgerzaken (003.0) + 0,3 miljoen
Meeropbrengst van rijbewijzen, huwelijken en
naturalisatieprocedures.
5. Brandweer operationeel personeel (120.1) + 0,3 miljoen
Met name de inkomsten opleidingen bedrijfshulpverlening
zijn hoger.
6. Wegen, straten en pleinen (210.1) + 0,4 miljoen
Belangrijkste verklaring is de meevaller op de
kapitaallasten
7. Zwembad kerkpolder (530.2) - 0,3 miljoen
Nadeel door bijkomende kosten verbouwing en tegenvallende
bezoeken na heropening.
8. Musea (541) + 0,7 miljoen
De winst op de tentoonstelling 'Delftse Meesters'bedraagt ƒ 430.000. Daarnaast bedraagt
het resultaat van de musea ƒ 230.000 positief door
besparingen en meer inkomsten.
10. Personeel DMZ (600.0) + 0,4 miljoen
Een aantal projecten bij de DMZ is in 1996 gestart, maar loopt
door in 1997. Het overschot is grotendeels overgeheveld
naar 1997.
11. Bijzondere bijstand (610.8) + 0,5 miljoen
De meevaller wordt veroorzaakt door hogere terugontvangsten van bijzondere
bijstand. Van dit voordeel is een bedrag van f 0,2 miljoen terugstorting van
overbruggingsuitkeringen 1995. In het Concernbericht II is met deze meevaller
geen rekening gehouden.
12. Diversen bijstandsverlening (610.9) + 0,2 miljoen
Een aantal tussenrekeningen van uitkeringen zijn opgeschoond. Het verwachte
nadeel is gecompenseerd met voordelige verschillen uit het verleden als gevolg
van de conversie naar een ander automatiseringssysteem.
13. Combiwerk exploitatie (611.0) + 2,2 miljoen
Exploitatievoordeel bestaat uit hogere rijksbijdragen, meer opbrengsten
en lagere apparaatskosten.
14. Minimabeleid gemeentelijk belastingen (612.4) - 0,2 miljoen
Achterstanden in de afhandeling van
kwijtscheldingsverzoeken zijn ingelopen
15. Milieuverontreiniging en geluidshinder (723.0) + 0,2 miljoen
Door diverse oorzaken waren de uitgaven ƒ 118.000 lager en
de inkomsten ƒ 71.000 hoger dan geprognotiseerd
16. Begraafplaatsen (724.0) + 0,3 miljoen
Onderschrijding van kapitaallasten en meeropbrengst door
afkoop onderhoud graven.
17. Onderuitputting kapitaallasten (div. functies) + 1,3
miljoen
18. Financiering exploitatie algemeen (911.0) - 1,6 miljoen
Houdt grotendeels verband met financieringsoverschot en
aflossing hoogrentende leningen.
19. Onroerende zaakbelasting (920.0) + 0,8 miljoen
Meer inkomsten door de afwikkeling van posten over oudere
jaren
20. Algemene uitkering gemeentefonds (921.0) - 0,7 miljoen
Lager aantal uitkeringsgerechtigden en correctie uitkeringspercentage
zelf (beide over voorgaand jaar) geeft lagere uitkering.
21. Buitenreclame (922.5) + 0,2 miljoen
Met name het omzetafhankelijke gedeelte van de nieuwe contracten
die in 1996 zijn afgesloten met o.a. Publex blijkt een
groot succes.
22. Stelpost kapitaallasten (922.8) + 0,5 miljoen
Door geraamde maar niet beschikbaar gestelde kredieten
onstaat overschot.
23. Saldo kostenplaatsen dienst SO (990.8) + 0,7 miljoen
De gesubsidieerde grote infrastructurele werken geven eind 1997 een voordeel te zien,
inclusief vergoeding voor te late betaling, van f 3 miljoen. Dit was ten tijde van de
Marap II overigens nog niet bekend. Ten laste daarvan is een voorziening
wachtgeldverplichtingen ad ƒ 1,5 miljoen gevormd en f 0,8 mln in de voorziening
automatiseringsapparatuur gestort.
24. Diversen, saldo + 0,7 miljoen
Verschil + 6,5 miljoen