terug naar het voorwoord
algemeen jaarverslag
financieel jaarverslag
SOCIAAL JAARVERSLAG 1996
Arbeidsvoorwaarden
sociale zekerheid / arbeidsongeschiktheid
Het Algemeen burgerlijk pensioenfonds is per 1 januari 1996 geprivatiseerd. Vanaf die datum valt het overheidspersoneel voor wat betreft haar pensioenregeling onder het
pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP. Hierdoor is vanaf 1 januari 1996 de wettelijke basis voor het invaliditeitspensioen en andere regelingen in
verband met arbeidsongeschiktheid, zoals herplaatsingswachtgeld en herplaatsingstoelage, voor ambtenaren komen te vervallen.
Omdat de werknemersverzekeringen, waaronder de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), maar ook de Werkloosheidswet en de Ziektewet, volgens
de planning op een later tijdstip voor ambtenaren zullen gaan gelden ontstond een leemte in de regeling voor arbeidsongeschiktheid. In verband hiermee is vanaf 1
januari 1996 - in afwachting van het echt van toepassing worden van de werknemersverzekeringen - bij langdurige arbeidsongeschiktheid de zogenaamde "WAO-conforme
maatregel" geïntroduceerd.
Met de vakorganisaties is op centraal niveau overeengekomen dat het akkoord inzake bovenwettelijke regelingen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid, dat in werking
zou treden op het moment dat de ZW, de WAO en de WW van toepassing worden, reeds per 1 januari 1996 zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing zal zijn op
de WAO-conforme uitkering.
Dit alles voorkomt niet, dat er bij ontslag wegens arbeidsongeschiktheid (volledig of gedeeltelijk) na verloop van tijd toch een financieel minder gunstige situatie kan
ontstaan dan volgens de regeling zoals die tot 1 januari 1996 gold. Een verzekeringsmaatschappij heeft in verband hiermee aan onze ambtenaren het IP Aanvullings Plan
angeboden. Dit biedt de individuele ambtenaar de mogelijkheid zich te verzekeren tegen (een deel van de) financiële gevolgen bij gehele of gedeeltelijke
arbeidsongeschiktheid. De gemeente heeft de werknemers de mogelijkheid geboden om zich groepsgewijs aan te melden. Dit heeft geleid tot een aanmerkelijke korting
op de door de ambtenaar verschuldigde premie en soepele medische acceptatie.
De gemeente heeft besloten de Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en onderwijs (USZO), die op de suppletieregeling na belast is met de uitvoering van
alle arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (WAO-conforme uitkering, invaliditeitspensioen en herplaatsingstoelage), ook te belasten met de uitvoering van die suppletieregeling.
Hierdoor krijgt een (gewezen) werknemer slechts met één uitkerende instantie te maken.
sociale zekerheid / nabestaandenwetgeving
Per 1 juli 1996 is de nieuwe Algemene nabestaandenwet (Anw) in werking getreden. Deze vervangt de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW). Het doel van de Anw is
om aan nabestaanden, van wie niet kan worden verwacht dat zij door middel van werken in hu levensonderhoud kunnen voorzien, een uitkering te verstrekken. In
tegenstelling tot de AWW geldt de Anw ook voor niet-gehuwden.
Een Anw-uitkering is inkomensafhankelijk.
Op centraal niveau hebben werkgevers en sociale partners besloten om tot 1 januari 1998 aan nabestaanden van ABP-verzekerden, die op grond van de oude wetgeving
wel voor een AWW-uitkering in aanmerking zouden zijn gekomen, maar op grond van de Anw geen aanspraken hebben, een compensatie te geven. Het betreft dus een
tijdelijke collectieve reparatie.
salarisstructuur
Per 1 april 1996 is een nieuwe salarisstructuur geïntroduceerd. Naast de bestaande salarisschalen zijn nieuwe salarisschalen ingevoerd, die evenwichtiger van opbouw
zijn dan de "oude" schalen. Reeds in dienst zijnde medewerk(st)ers blijven voorlopig onder de oude salarisstructuur vallen. Nieuwe medewerk(st)ers, en degenen die een
nieuwe betrekking gaan vervullen met een beter salarisperspectief, worden volgens een van de nieuwe schalen bezoldigd. Een garantieregeling zorgt er voor, dat degenen
die volgens de oude salarisstructuur worden bezoldigd, in ieder geval nooit in een slechtere positie komen te verkeren dan degenen, die volgens de nieuwe structuur worden
bezoldigd.
salarissen
De salarissen zijn per 1 augustus 1996 met 1,25% verhoogd.
36-urige werkweek
In het arbeidsvoorwaardenakkoord 1995-1997 voor de sector is opgenomen, dat met ingang van 1 januari 1997 de omvang van een volledige betrekking van 38 naar
36 uur per week wordt teruggebracht (voor deeltijders vindt dan uiteraard een evenredige vermindering van het aantal werkuren plaats). In 1996 is bij alle diensten
nagegaan wat dat voor gevolgen heeft (b.v. voor de dienstverlening) en hoe die gevolgen kunnen worden opgevangen. Die inventarisatie heeft geleid tot de formulering
van concept-uitgangspunten inzake de invoering van de 36-urige werkweek. Over die uitgangspunten is aan het eind van het jaar een aantal keren met de vakorganisaties
gesproken. Daarbij speelde de omvang van de herbezetting een belangrijke rol. Het overleg is in 1996 niet afgerond.
seniorenbeleid
Het seniorenbeleid is per 1 april 1996 aangepast. Vanaf die datum zijn er vier mogelijkheden.
1. 56-jarigenregeling (80% werken, 90% bezoldiging)
2. 60-jarigenregeling (50% werken, 95% bezoldiging)
3. pré-vut bij 60 jaar (ontslag met uitkering van 75% van de bezoldiging)
4. vut vanaf 61 jaar of bij 40 dienstjaren (uitkering 75% van de bezoldiging).
Gemeentepersoneel dat in 1996 gebruik maakt/maakte van de gemeentelijke seniorenmaatregelen 'pré-VUT' en '56-jarige regeling'.
Dienst
|
Pré-VUT
|
56/57-jarige regeling
|
Totaal beide regelingen
|
|
1994
|
1995
|
1996
|
1994
|
1995
|
1996
|
1994
|
1995
|
1996
|
BD
|
1
|
1
|
1
|
3
|
9
|
10
|
4
|
10
|
11
|
B&M
|
4
|
1
|
2
|
7
|
16
|
16
|
11
|
17
|
18
|
COM
|
-
|
2
|
1
|
4
|
5
|
4
|
4
|
7
|
5
|
DMZ
|
1
|
-
|
-
|
3
|
8
|
8
|
4
|
8
|
8
|
SO
|
6
|
4
|
2
|
10
|
20
|
22
|
16
|
24
|
24
|
WOC
|
7
|
6
|
6
|
3
|
5
|
8
|
10
|
11
|
14
|
totaal
|
19
|
14
|
12
|
30
|
63
|
68
|
49
|
77
|
80
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
perc van personeelsbestand(=1387)
|
1,4
|
|
|
2,1
|
|
|
3,5
|
|
|
perc van personeelsbestand(=1360)
|
|
1,0
|
|
|
4,5
|
|
|
5,5
|
|
perc van personeelsbestand(=1392)
|
|
|
0,8
|
|
|
4,9
|
|
|
5,7
|
Leesvoorbeeld(zie raster):
In 1996 hebben gebruik gemaakt van de seniorenmaatregelen:
- 80 medewerkers (= 5,7 %) van het totale personeelsbestand, waaronder
- 24 medewerkers van de dienst Stadsontwikkeling.
Aantekening
Met ingang van 01-04-97 worden de VUT-regelingen (waronder de gemeentelijke Pré-VUT regeling) afgeschaft
en vervangen door de regeling 'Flexibel Pensioen en Uittreden (=FPU)'. Lopende VUT-uitkeringen zullen
worden voortgezet. Het geheel zal er toe leiden dat de ten laste van de gemeente komende kosten van de Pré-VUT
vanaf 1997 drastisch (in 1998 mogelijk tot nihil) zullen afnemen. Tevens zijn m.i.v. 01-04-97 de mogelijkheden
van de 56-jarige regeling uitgebreid. Tezamen met de gevolgen van de overgangsmaatregelen kunnen de jaarkosten
van deze regeling voor 1997 en 1998 geraamd worden op ¦ 900.000,-. Hierna zullen de jaarkosten afnemen. Door de
variatie van nieuwe mogelijkheden van deze regeling is de mate van kostenvermindering moeilijk in te schatten.
Kosten 1994 1995 1996
pré-VUT (59,5/60 jaar) ¦ 375.800,- ¦ 359.100,- ¦ 220.200,-
56/57-jarige regeling ¦ 313.700,- ¦ 721.700,- ¦ 897.400,-
--------------- ------------------ ------------------
totaal ¦ 689.500,- ¦ 1.080.800,- ¦ 1.117.600,-
====== ======== ========
Melkert-banen
In 1996 werd ook de gemeente Delft in de gelegenheid gesteld zogenaamde "Melkert-banen" in het leven te roepen.
In verband hiermee is in 1996 in onze rechtspositieregeling een hoofdstuk opgenomen inzake Melkert-banen. Hierin is een aantal aanvullende regels opgenomen die
de arbeidsverhouding regelen met iemand, die op een dergelijke baan wordt benoemd.
ideeënbuscommissie
In 1996 zijn er 12 ideeën bij de ideeënbuscommissie ingediend.
Van de 12 ingediende ideeën zijn er in 1996 11 door de commissie afgehandeld. Bovendien zijn in 1996 nog 5 ideeën die in 1995 waren ingediend afgehandeld.
Van de 16 in 1996 behandelde ideeën kwamen er:
. 6 niet voor een beloning in aanmerking
. 2 voor een beloning in aanmerking (¦ 100,-- resp. ¦ 260,--).
. 8 voor een aanmoedigingspremie in aanmerking.
Wet op de ondernemingsraden
In 1995 is de Wet op de ondernemingsraden (WOR) ook van toepassing is verklaard op de overheid. In Delft is gekozen voor het instellen van een ondernemingsraad bij
elke dienst. Daarnaast werd in principe besloten om, voor onderwerpen, die alle of de meerderheid van de diensten betreffen, tevens een Centrale ondernemingsraad (COR)
te vormen.
Op 27 maart 1996 hebben verkiezingen voor ondernemingsraden bij de verschillende diensten plaatsgevonden. In april 1996 zijn bij elke dienst ondernemingsraden
geïnstalleerd. Bij drie van de zes diensten lukte het niet om een ondernemingsraad te vormen met evenveel leden als waarop op grond van het aantal personeelsleden bij
de dienst aanspraak bestond.
In overleg met de commissie voor georganiseerd overleg is de afbakening tussen de taken van de commissie voor georganiseerd overleg (vooral gebaseerd op de
Ambtenarenwet) en die van de ondernemingsraden (neergelegd in de Wet op de Ondernemingsraden) neergelegd in een convenant.
Kort na de verkiezingen voor de ondernemingsraden zijn ook stappen gezet om een Centrale ondernemingsraad (COR) in het leven te roepen. Op grond van de WOR is
aan de ondernemingsraden gevraagd daarover hun standpunt te geven. De meerderheid van de ondernemingsraden stemde in met het instellen van een COR. Later is een
aantal ondernemingsraden op dit standpunt teruggekomen. In verband hiermee is in 1996 nog geen COR ingesteld. In overleg met de ondernemingsraden zal nu bezien
worden, of er een centraal platform voor medezeggenschap moet komen voor onderwerpen, die van belang zijn voor alle of voor de meerderheid van de ondernemingen
(diensten) en zo ja, in welke vorm.
kinderopvang
De in 1995 en 1996 mogelijk gemaakte tijdelijke capaciteitsuitbreiding heeft, zoals mocht worden verwacht, een aantrekkende werking gehad: eind 1996 kende de
wachtlijst een omvang als nooit tevoren.
Analyse van deze lijst liet zien dat de samenstelling ingrijpend is gewijzigd: vooral de nog niet geboren en de heel jonge kinderen zijn hierbij in de meerderheid.
Op ons verzoek heeft Octopus in december 1996 alle ouders wier (vaak nog ongeboren) kind op de wachtlijst stond gevraagd deze inschrijving te bevestigen indien
prijs gesteld werd op het handhaven van de plaats op de wachtlijst. Deze actie heeft geleid tot een halvering van het benodigde aantal dagdelen op de wachtlijst. Er
wordt onderzocht of er mogelijkheden zijn om, opnieuw via een zeer tijdelijke uitbreiding van de kinderopvangcapaciteit, de bestaande wachtlijst weg te werken.
ziekteverzuim
Percentage ziekteverzuim per dienst, jaar 1996.
dienst
|
1996
percentage
ziekteverzuim
|
|
1995
percentage
ziekteverzuim
|
1994
percentage
zekteverzuim
|
BD
|
6,4
|
|
5,4
|
4,9
|
B&M
|
6,2
|
|
6,7
|
7,1
|
COM
|
8,1
|
|
7,4
|
6,1
|
DMZ
|
10,2
|
|
9,4
|
10,2
|
SO
|
6,0
|
|
5,9
|
4,9
|
WOC
|
5,5
|
|
5,4
|
6,7
|
totaal-gemiddelde
|
6,7
|
|
6,7
|
6,6
|
Leesvoorbeeld(zie raster):
Over het jaar 1996 bedroeg het ziekteverzuim bij de dienst Beheer & Milieu 6,2%.
vorming en opleiding
Vorming en opleiding op centraal niveau richt zich op onderwerpen, die voor de gehele organisatie van belang zijn, alsmede op activiteiten voor raadsleden.
Daarnaast vinden er ook bij de diensten vormings- en opleidingsactiviteiten plaats.
In 1996 zijn onder meer centraal georganiseerd:
1 voor de medewerkers
- introductiebijeenkomsten
- bijeenkomsten in het kader van de op handen zijnde invoering van de 3e tranche Algemene wet bestuursrecht
- cursus Nieuwe Spelling
- cursussen kantoorautomatisering
- EHBO
- horecacursus voor bodepersoneel
2 voor (een deel van) het management:
- training effectieve loopbaanbegeleiding
3 in verband met het van toepassing verklaren van de Wet op de ondernemingsraden op de overheid:
- informerende bijeenkomsten voor voorzitters en secretarissen van medezeggenschapscommissies, g.o.-leden en diensthoofden
- trainingen/werkconferenties voor OR-kandidaten
- presentatie scholing ondernemingsraden
4 voor raadsleden:
- omgaan met raadsinformatiesysteem
- workshop relatiebeheer
bevordering evenredige deelname van allochtonen aan het arbeidsproces.
In 1996 is het jaarverslag op grond van de Wet Bevordering Evenredige Arbeidsdeelname Allochtonen (WBEAA) uitgebracht, over het jaar 1995.
Uit het jaarverslag blijkt dat 4,3% van het aantal werknemers in de WBEAA registratie behoort tot de allochtone doelgroep. Het door het Ministerie SZW vastgestelde
streefpercentage bedraagt in deze regio 9%. Waar mogelijk werd bij externe werving bij gelijke geschiktheid de voorkeur gegeven aan kandidaten die tot één van onze
voorkeursgroepen behoren (vrouwen, allochtonen, gehandicapten).
bedrijfsmaatschappelijk werk
In 1996 deden 143 medewerkers een beroep op het bedrijfsmaatschappelijk werk. Dat is 10,7% van het totale personeelsbestand. Zoals ook in andere jaren kwam men
in de meeste gevallen (76%) met problemen die aan het werk gerelateerd waren. Opvallend daarbij is wel het relatief grote aantal mensen met complexere problemen:
niet alleen werk, maar ook privé, of meerdere werkproblemen tegelijkertijd.
Het aantal mensen dat met financiële problemen aanklopte is gelijk gebleven aan vorig jaar.
Ongeveer 60% van de mensen komt op eigen initiatief naar het bedrijfsmaatschappelijk werk. Met hun toestemming wordt in meer dan 50% van de zaken contact gelegd
met de leidinggevenden.
In de sociaal medische teams (bedrijfsarts, diensthoofd en/of personeelsfunctionaris, bedrijfsmaatschappelijk werkende, eventueel leidinggevende), worden per dienst
afspraken gemaakt over de begeleiding van langdurig zieken ( b.v. over begeleiding werkhervatting).
klachtencommissie seksuele intimidatie.
In 1996 zijn er geen klachten bij de commissie ingediend
mobiliteitscentrum
Op 1 januari 1996 waren 40 personen "ingeschreven" bij het mobiliteitscentrum; gedurende het jaar 1996 stroomden 25 personen in terwijl er voor 28 personen een
structurele oplossing gevonden werd. In 19 gevallen betrof dat een (soms hernieuwde) tewerkstelling bij een van de gemeentelijke diensten.
Dit resulteerde in een aantal van 37 personen per 1 januari 1997, een qua omvang vrij stabiel maar qua samenstelling wisselend aantal. Wat betreft de samenstelling
valt op, dat het aandeel van vrijwillige mobiliteitskandidaten (thans 9) substantieel stijgt.
Het aantal vacatures in 1996 gemeld bij het mobiliteitscentrum bedraagt 91 (1995: 72).
Het gaat hierbij om 16 tijdelijke en 75 structurele (waarvan 52 voltijd) vacatures in de schalen 3 t/m 13.
Omdat personeelsplanning het beheersen en sturen van personeelsstromen mogelijk moet maken met het doel te kunnen blijven voorzien in een kwalitatief goede en
kwantitatief voldoende bemensing, is deze vorm van planning een vitale succesfactor voor het mobiliteitscentrum. In 1996 is terzake nog geen voortgang te melden;
die wordt ook bemoeilijkt door de onzekerheid over de toekomst van de organisatie.
Het samenwerkingsverband van de Haaglandengemeenten heeft ook in 1996 geen spectaculaire resultaten opgeleverd. Desondanks zal aan het verder uitbouwen en
onderhouden van netwerken in 1997 meer aandacht worden besteed. De bereidheid van (hogere) leidinggevende echelons van de deelnemende gemeenten om
voorgedragen kandidaten uit het netwerk te zien alvorens tot externe werving wordt overgegaan, lijkt af te nemen. Dat is jammer, omdat een aantal van de deelnemende
kleinere gemeenten door de aanwezigheid van VINEX-locaties binnen hun grenzen in meerdere opzichten groeigemeenten zullen worden.
Ten laste van het budget "Flankerend Beleid" werden in 1996 claims ingediend tot een bedrag van f 63.800; hiervan werden claims gehonoreerd tot een bedrag van f 45.800.
Op basis van declaraties werd een bedrag van f 7.000 betaald. Er is per ultimo december 1996 derhalve sprake van aangegane verplichtingen tot een bedrag van f 38.800.
Eind 1996 heeft het mobiliteitscentrum, op papier, meer vorm gekregen. In een compacte notitie is de visie op het mobiliteitsbeleid voor de komende jaren vastgelegd.
Tevens zijn daarbij heel concreet de randvoorwaarden geschetst waaraan voldaan moet worden om uitvoering van het mobiliteitsbeleid kansrijk te maken.
Alle direct bij mobiliteitsbevordering betrokkenen personeelsfunctionarissen hebben inmiddels een training gevolgd in "Effectieve Loopbaanbegeleiding".
informatiebeleid algemeen
Met het in 1996 vaststellen van de nota 'op weg naar een hoogwaardige informatie- infrastructuur' is de koers van het informatiebeleid voor de komende jaren uitgezet.
Die informatie-infrastructuur is opgebouwd uit (transparante) voorzieningen waardoor informatie-uitwisseling tussen diensten onderling en tussen diensten en burgers
kan verbeteren. Als missie is meegeven het realiseren van een "probleemloze informatie-huishouding". Leidraad hierbij is standaardisatie van de informatiehuishouding
en de automatisering. Uiteindelijk leidt dit tot een informatie-infrastructuur waarop de organisatie zich vrijelijk bewegen.
Informatiebeleid geconcretiseerd
In 1996 is begonnen met de invulling van de informatie-infrastructuur. De eerste stap is de invoering van één standaard voor tekstverwerking etc. bij alle diensten in de
gemeente. Een uitgebreid opleidingsprogramma is hieraan gekoppeld.
De Europese aanbesteding van een nieuw datacommunicatienetwerk is in voorbereiding.
Met dit 'ruimere' netwerk worden zaken als elektronische post en toegang tot 'externe' informatie beter mogelijk. De locatie van de werkplek zal steeds minder belangrijk
worden (je kan overal gaan zitten en toegang krijgen). Beveiliging van informatie speelt hierbij een belangrijke rol.
Het omgaan met gemeentelijke basisgegevens (vastgoed- en persoonsinformatie), krijgt als element van de informatie-infrastructuur, in diverse projecten de aandacht.
De diensten hebben individueel geëxperimenteerd met het plaatsen van informatie op Internet. Gezamenlijk wordt er nu gezocht naar een gemeentebrede profilering.
Bij veel projecten die gericht zijn op verbetering van de dienstverlening aan de burger speelt de informatietechnologie een belangrijke rol. In Delft worden op gebied
initiatieven ontplooit op het gebied van een "Vastgoedbalie" en "Loket Nieuwkomers" (als deelnemer Overheidsloket 2000).
raadsinformatiesysteem
In 1996 is de voorbereiding van de invoering van een Delfts raadsinformatiesysteem voltooid. Na een gedegen selectieproces wordt een raadsinformatiesysteem op basis
van "Internet technologie" gebouwd. Door middel van het RIS kunnen alle raadsleden en plaatsvervangende commissieleden vanuit hun thuiswerkplek met gebruikmaking
van hun PC de raadsinformatie en andere gemeentelijke stukken lezen, elektronische berichten uitwisselen (aanvankelijk met elkaar, later ook met anderen) en Internet
raadplegen. De beoogde uitstraling (impulswerking) van dit project vindt men terug in de gemeentelijke aandacht voor het verbeteren van de bestuurlijke stukkenstroom
en documentaire informatiesystemen.