3. Rangschikking treasurytaken over diensten en concern
In dit hoofdstuk worden de taken en verantwoordelijkheden van de treasuryfunctie besproken. De nadruk ligt hierbij op de interne taakverdeling tussen concernstaf en de diensten. Onomstreden is dat de externe kontakten met banken en financiële instellingen centraal onderhouden dienen te worden.
De treasury is geen losstaand fenomeen binnen de gemeente. De activiteiten van TM hebben een band met alle diensten en binnen CFB een band met BFB (beleidsplanning, financieel beleid en control) en met CA (Concernadministratie). Daarbij dient te worden opgemerkt, dat om goed te kunnen functioneren TM over juiste prognoses vanuit alle informatiebronnen moet beschikken.
De huidige taakuitoefening kan als volgt onderscheiden worden:
· decentraal uitvoerend;
uitvoeren binnen door het concern vastgesteld beleid en kaders.
· centraal kaderstellend en uitvoerend;
voor wat betreft de externe contacten met banken, financiële instellingen e.d. uitvoerend; voor het overige kaderstellend.
TAAKUITOEFENING
| DIENSTEN | CONCERN |
| Decentraal uitvoerend | Centraal kaderstellend en uitvoerend |
Financiering |
|
beleggingen, nutssector |
deelnemingenbeleid aandelen overige sectoren |
beheer onroerend goed |
beleid beheer onroerend goed |
| beheer leningenportefeuille uitgeleend geld | |
Investor Relations (netwerken) |
|
Rekeningstructuur |
|
Liquiditeitenbeheer |
|
Saldobeheer kasrekeningen |
Saldobeheer girale rekeningen |
Bankkeuze |
|
Rentemanagement |
|
Beschikbaarheid van geld |
|
Betalingsverkeer |
Betalingsverkeer, spoedbetalingen |
Debiteuren |
Debiteurenbeleid |
Crediteuren |
Crediteurenbeleid |
Garanties |
Garantiebeleid |
Verzekeringen |
beleid/coördinatie Risk Management/Verzekeringen |
Beheer onroerend goed en beleggingen nutssector worden momenteel vrijwel uitsluitend door diensten behartigd (voor wat betreft bestuurlijke advisering en de uitvoering)
N.B.: Kaderstelling en control vanuit het concern moet verder vorm krijgen. Deze kaderstelling en control is nodig om meer evenwichtige afwegingen te maken in het financieel- en financieringsbeleid van de gemeente als geheel. In overleg met betrokken diensten moet dit verder worden uitgewerkt. Voor wat betreft de relatie TM en beheer onroerend goed betekent dit o.a. dat op concernniveau meer inzicht moet komen in de huidige en toekomstige waarde van de activa (zowel boekhoudkundig als commercieel) en de huidige en te verwachten ontwikkelingen met betrekking tot deze activa (bijvoorbeeld privatiseringen). Meer inzicht is nodig vanwege de grote financiële belangen bij het innemen van financieringsposities alsmede voor het maken van nieuwe beleidsafwegingen op concernniveau (bijvoorbeeld verkoop activa in plaats van financiering, leasing onroerend goed in plaats van eigendom). Het is niet de bedoeling dat TM zich inhoudelijk gaat bezighouden met feitelijke beheerstaken van het onroerend goed van de gemeente.
Saldobeheer kasrekeningen. Hierbij wordt gedoeld op rekeningen die uitsluitend worden aangehouden in verband met de nabijheid van een bank met kasfunktie. De saldi van deze rekeningen worden door de betrokken diensten afgeroomd naar het BNG-circuit. De overige financiële taken worden thans volledig onder centrale verantwoordelijkheid binnen CFB uitgevoerd.
N.B.: Deze werkwijze behoeft geen aanscherping.
Het betalingsverkeer wordt decentraal uitgevoerd. TM is wel "kenniscentrum" voor wat betreft de ontwikkelingen op dit gebied. Zij treedt derhalve ook adviserend op. Spoedbetalingen worden centraal uitgevoerd. Hierdoor zijn diensten niet in staat reeds ingenomen posities op bankrekeningen te wijzigen. N.B.: Deze werkwijze voldoet op zich, maar kan efficiënter. Het implementeren van Delftnet maakt het mogelijk dat de betalingsbestanden van de diensten via één centrale EB-applicatie naar de bank overgezet worden, waarbij de decentrale verantwoordelijkheden voor het betalingsverkeer gehandhaafd blijven. TM wil binnen daartoe gemaakte afspraken de mogelijkheid hebben in beperkte mate de valutering aan te passen. Met name wordt hierbij gedacht aan betalingsmomenten aan bedrijven en overheden. Het doel hiervan is zomin mogelijk rentekosten te maken. Dit moet verder in overleg met de diensten worden uitgewerkt.
Debiteuren/Crediteurenposities zijn het gevolg van het decentraal gevoerde beheer. De kaderstelling en control vindt op concernniveau plaats.N.B.: De werkwijze voldoet maar de control kan sterker uitgeoefend worden dan thans praktijk is. Dit moet verder worden uitgewerkt.
Bij garanties en verzekeringen zijn zowel de diensten als TM aktief. Over het garantiebeleid en de daarbij behorende kaders/control zijn in het verleden al uitgebreide notas verschenen. N.B.: Deze taakverdeling functioneert goed. De taakverdeling diensten/concern is in principe voldoende uitgekristalliseerd.
Beslispunt hoofdstuk 3:
Bevorderen dat de concernsturing (via kaderstelling en control) wordt verstevigd op het vlak van:
* betalingsverkeer
* debiteuren/crediteuren
* geldstromenbeheer onroerend goed
* beleggingen nutssector
De afgelopen jaren is een groot aantal omgevingsfactoren gewijzigd waardoor treasury in een nieuwe context is komen te staan. Vrijwel al deze factoren zijn exogeen bepaald:
Terugtredende overheid
Een toegenomen druk op de financiële middelen van de gemeente door de volgende
maatregelen:
a. De centrale overheid geeft meer taken aan de gemeenten en stelt hiervoor veelal onvoldoende middelen ter beschikking.
b. De algemene uitkering voor Delft daalt door de bezuinigingen van de centrale overheid en door het grote stedenbeleid.
Andere rol banken
a. De banken dwingen hun klanten, door bepaalde delen van het betalingsverkeer duurder te maken, gebruik te gaan maken van andere vormen van betalingsverkeer. De juiste keuze van instrumenten, de interne communicatie en de onderhandelingen met de banken worden hierdoor steeds belangrijker.
b. Door megafusies tussen banken en verzekeraars ontstaan een aantal nieuwe financiële conglomeraten. Het gevaar bestaat voor prijsstijgingen als gevolg van monopoliesituaties en verschraling van het aanbod van producten en diensten.
Meer instrumenten onder bereik
Door slechte verslaglegging en door onvoldoende afspraken over het te voeren beleid zijn door posities in derivaten bij een aantal grote industrieën, corporaties en zelfs ook bij een gemeente grote verliezen zichtbaar geworden. Voor Delft is het zaak beleid, randvoorwaarden, limieten, rapportages, etc. vast te stellen.
a. Een aantal onduidelijkheden over de mogelijkheid voor gemeenten derivaten te gebruiken zijn door het ministerie opgelost. In hoofdstuk 5: Treasurykaders, zal hier nader op in worden gegaan.
b. Er zijn betere computersystemen op de markt voor leningenbeheer, renterisicobeheer, koersinformatie,etc. Deze systemen kunnen optimaal worden gebruikt nadat beleid en randvoorwaarden zijn vastgesteld.
Euro
a. Door de komst van de euro wordt het in principe eenvoudiger geld te lenen in het buitenland. De grenzen vervagen. In Nederland weten alle potentiële geldgevers dat een gemeente zeer solide is. In het buitenland is dit volstrekt onvoldoende bekend. De Nederlandse gemeenten zullen zich derhalve (gezamenlijk) beter dienen te positioneren in de internationale markten. Er is reeds gestart met gemeenten gezamenlijk en met de VNG hieraan inhoud en vaart te geven.
b. Door de komst van de euro beschikken de traditionele geldgevers over een groot aantal buitenlandse geldafnemers. Bovendien hebben de geldgevers de laatste jaren een grote voorkeur ontwikkeld voor obligaties en internationale aandelen. De geld-stromen die hieraan gekoppeld zijn kunnen niet meer aangewend worden voor vaste geldleningen aan gemeenten.
c. Voor de treasury is de euro al vanaf 1 januari 1999 een feit. Met ingang van deze datum moeten leningen in euros worden afgesloten. Reden om de eerste fase van de implementatie in 1998 ter hand te nemen.
Meer risicos door marktwerking
a. Doordat de rijksoverheid voortgaat met het beleid van meer marktgericht handelen en decentralisatie, ontstaan er grotere risicos in de portefeuilles uitgeleende gelden (corporaties) en garanties. Bijvoorbeeld door de brutering in de woningbouwsector en de verzelfstandiging van de sector zijn de risicos op de door ons verstrekte leningen en afgegeven garanties toegenomen.
b. De bewegingen op de rentemarkten worden steeds grilliger. Het is noodzakelijk een rentevisie te hebben én deze visie van dag tot dag en zelfs van uur tot uur aan de praktijk te toetsen.
De noodzaak is ontstaan voor een intensief en frequent volgen van de markten en over de geconstateerde wijzigingen in de positie te rapporteren en eventueel wijzigingen in de strategie en taktiek voor te stellen en uit te voeren.
De veranderingen binnen de organisatie
a. Vanuit dezelfde tendens tot marktgerichtheid ontstaan andere ideeën over de waarde en/of over de noodzaak van het aanhouden van bezittingen van de gemeente Delft (aandelen, onroerend goed, etc). TM kan door haar marktgerichtheid, haar kontakten en kennis een zelfstandige expertrol spelen in dit proces.
b. Het ontwikkelingsproces voor de concernstaf maakt het eenvoudiger het treasurywerk op concernniveau vorm te geven.
Externe oriëntatie / werken voor derden
Het Cerg Leningbeheer systeem van de gemeente Delft maakt het mogelijk ook voor andere organisaties vrij gemakkelijk overzichten, rapportages, scenarios etc. te vervaardigen. Daarnaast is gebleken dat de expertrol van TM ook door andere organisaties (h)erkend wordt.
Zoals in deze rapportage aangegeven vergt een meer professionele treasury investeringen in mensen en instrumenten. Deze investeringen zijn voor de gemeente Delft aanvaardbaar maar voor kleinere instellingen en organisaties niet.
Door de combinatie van professionele uitrusting en expertise kan de gemeente Delft een treasuryproduct aanbieden wat voor andere instellingen (omliggende gemeenten, corporaties) interessant kan zijn. De gemeente Delft kan hierdoor mogelijk extern inkomsten genereren.
Bij deze externe oriëntatie spelen de soort activiteiten, de vorm waarin, de wet- en regelgeving en de aansprakelijkheid een rol. Er is concrete vraag van externen naar diensten op het gebied van administratie en managementinformatie op het gebied van het beheer van leningenportefeuilles. Het idee is ons hier vooralsnog toe te beperken en ons niet te begeven op het gebied van advisering en/of uitvoering van treasury. Gezien de overcapaciteit van ons systeem lijken hierbij geen beperkingen aanwezig te zijn in de zin van oneerlijke concurrentie (commissie Cohen). Nader onderzoek zal nodig zijn.
Beslispunt hoofdstuk 4:
Onderzoeken of Delft treasuryproducten aan andere instellingen kan bieden.