vorige pagina

volgende pagina

 

Tot nu toe gebruikte instrumenten

De instrumenten die op dit moment door u jaarlijks impliciet worden goedgekeurd betreffen: call, call-fixe, kasgeld, deposito’s, onderhandse leningen en commercial paper. Deze instrumenten worden dagelijks gebruikt.

Instrumenten die nooit uitdrukkelijk zijn behandeld, doch die vrijwel gelijk zijn aan de bestaande instrumenten zijn: obligaties, medium term notes en certificate of deposit. Het gebruik van deze instrumenten is tot nu toe niet nodig geweest.

Toelichting derivaten

Naast bovengenoemde traditionele instrumenten bestaat er op meerdere momenten de noodzaak derivaten te gebruiken. De noodzaak ontstaat bijvoorbeeld doordat:

- er meer dan verwacht gelden worden ontvangen (bijv. door privatiseringen) en/of minder gelden worden uitgegeven (bijv. door uitstel van investeringen). Aangezien de financiering een vast gegeven is, kan de consequentie zijn dat geen gebruik kan worden gemaakt van goedkope korte financiering. Met een renteswap kunnen de hoge vaste lasten worden geruild voor lagere variabele lasten.

- er over enige jaren grote investeringen zijn gepland, terwijl er nu geen behoefte is om lange financiering aan te trekken. Met opties of swaps kunnen mogelijke rentestijgingen in de toekomst worden beperkt tot op het gewenste niveau.

Alvorens deze instrumenten in te zetten vragen wij u echter nadrukkelijk onder welke condities u gebruik hiervan goed kunt keuren. Zoals gesteld worden de kaders hiervoor in het statuut aangegeven. Het betreft op dit moment in principe de volgende (soort) instrumenten:

De FRA

Een future rate agreement, ook wel forward rate agreement genoemd is een overeenkomst waarbij de gemeente Delft de prijs van een toekomstige liquiditeitspositie (debet danwel

credit) kan vastleggen. Het is zoals de naam al aangeeft een termijnaffaire op de rente. In de praktijk betekent dit dat bijvoorbeeld wordt afgesproken dat de (interbancaire) rente voor de periode T1 tot T2 6% zal zijn (zie grafiek FRA). Mocht, gegeven een negatieve liquiditeits-positie, op tijdstip T1 blijken dat deze rente 7% is, en de gemeente heeft een FRA gekocht dan krijgt de gemeente Delft het verschil tussen 6% en 7% uitgekeerd. De gemeente Delft trekt op hetzelfde moment (T1) de lening aan en krijgt hiervoor de gestegen (interbancaire) rente als basis aangerekend. De uitkering onder de FRA doet echter het nadelig effect van deze stijging teniet. Hierdoor geldt de facto nog steeds dezelfde 6% als basis ongeacht hoe veel hoger de werkelijke rente boven deze 6% mocht liggen. Hier staat als nadeel tegenover, dat bij een gelijkblijvende rente van 5% de gemeente Delft hier niet meer van kan profiteren. Zij zal dan namelijk aan de bank het verschil tussen 5% en 6% moeten vergoeden.

Met een FRA wordt zekerheid verkregen van een rentelast van 6%.

bovenste lijn: werkelijke rente scenario a

onderste lijn: werkelijke rente scenario b

middelste lijn: met FRA vastgelegd rente

 

In het geval van een positieve liquiditeit zou bij een gedaalde rente en een verkochte FRA, de gemeente het verschil uitgekeerd krijgen. Ook hier zou bij een op zich gunstige ontwikkeling van de rente (de rente is gestegen) de gemeente het verschil aan de bank moeten betalen.

Vandaar dat men de FRA een symmetrisch instrument noemt, het resultaat heeft namelijk gelijke werking naar beide zijden. De FRA is met name bedoeld voor geldmarktposities en heeft een looptijd van maximaal 3 jaar. De meeste zaken vinden plaats binnen één jaar.

De renteswap

De renteswap is een instrument waarmee het rentetype van een lening (of deposito) kan worden gewijzigd. Dat wil zeggen dat variabele rente in vaste rente kan worden gewijzigd en vice versa. Stel de gemeente Delft heeft een lening in de boeken met een vast rente-

percentage van 7%. Als gevolg hiervan is de gemeente Delft beschermd tegen ongunstige ontwikkelingen van de rente. Keerzijde is dat niet meer kan worden geprofiteerd van gunstige ontwikkelingen. Denkbaar is dat de gemeente Delft in een dergelijke situatie liever een variabel rentende lening in de boeken had gehad. De wet Filo verbiedt echter variabel rentende leningen. De renteswap kan hier uitkomst bieden.

De renteswap ter verlaging van de rentelasten

De renteswap, welke de renteverplichtingen tussen de bank en de gemeente Delft ruilt komt namelijk naast de oorspronkelijke lening. Deze blijft derhalve onverminderd van kracht. In de praktijk blijft de gemeente Delft de vaste rente over de oorspronkelijke lening betalen en ontvangt tegelijkertijd een in de renteswap vastgelegde vaste rente. Tevens betaalt de gemeente Delft de eveneens in de renteswap aangegeven variabele rente (b.v. 6 maands AIBOR of ieder andere afgesproken korte rente). Hierdoor is per saldo het rentetype van een dergelijke lening van vast naar variabel omgezet, dit terwijl nogmaals gezegd de oorspronkelijke lening niet wordt aangetast. Het zal duidelijk zijn dat een dergelijke swap ook van variabel naar vast kan worden afgesloten. De looptijd van een renteswap kan tot 10 jaar bedragen.

Een voorbeeld van een mogelijke toepassing van een swap van vast naar variabel is als volgt:

Door omvangrijke privatiseringen en uitstel van investeringen kan er geen gebruik worden gemaakt van goedkope korte financiering. Een swap van vast naar variabel kan hier uitkomst bieden. Stel dat er gedurende de komende drie jaar voor ¦ 25 mln geen gebruik kan worden gemaakt van de kasgeldlimiet en dat de rente op een bestaande lening o/g 7% bedraagt.

Zie grafiek swap 1

 

 Indien zo’n swap wordt afgesloten voor fl. 25 mln voor drie jaar en indien de vaste rente 4,4% bedraagt en de 6-maands 3,5%, heeft de gemeente jaarlijks een voordeel van 0,9% (4,4% -/- 3,5%) over fl.  25 mln ofwel fl. 0,225 mln. Indien de korte rente stijgt naar 4% bedraagt het voordeel nog altijd fl.  0,125 mln per jaar (zie grafiek swap 2).