3.4 Bezuinigingen 3.4.1
Totaalbeeld
Wijzigingen t.o.v. begroting 1998-2001
In de begroting 1998-2001 was voor 1999 een totale bezuiningstaakstelling
opgenomen van 2,468 mln. Ten opzichte van de begroting 1998-2001 heeft een aantal
veranderingen plaats gevonden. Als eerste is de bezuinigingstaakstelling Inkoop Service
Bureau (ISB) alsnog verwerkt in de begroting 1999-2002.
Voorts is een aantal bestaande bezuinigingstaakstellingen uit de strategienota niet
gerealiseerd. De grootste post betreft de reorganisatietaakstelling 1998 ad. 1
mln. Deze is doorgeschoven naar 1999 en 2000. Zie voor een toelichting per post van het
overige besparingsverlies bijlage 3.
Daarnaast heeft het nieuwe collegeprogramma consequenties voor de totale
bezuinigingsstaakstelling. Zo is een aantal bezuinigingen teruggedraaid. Tevens is
besloten geld vrij te maken voor nieuw beleid, wat leidt tot een aanvullende
bezuinigingstaakstelling op activiteiten (ad. 0,5 mln in 1999) en de ambtelijke
organisatie (ad. 0,5 mln in 1999).
In bijlage 3 is in een tabel aangegeven wat de
consequenties zijn van deze wijzigingen ten opzichte van de begroting 1998-2001.
Invulling bezuinigingstaakstelling 1999-2002
De totale bezuinigingstaakstelling 1999-2002 bedraagt 12,3 mln. Deze
taakstelling bestaat deels uit een aantal concreet ingevulde bezuinigingstaakstellingen op
activiteiten uit de strategienota (totaal 2,205 mln). Voor 1999-2002 resteerde
nog een bezuinigingstaakstelling op het ambtelijk apparaat van 5,1 mln.
Tevens is een aanvullende taakstelling van 5 mln opgenomen voor de invulling nieuw
beleid. Van deze ombuiging wordt 2 mln gerealiseerd op activiteiten en 3 mln
op het ambtelijk apparaat. In tabel 3.4 is opgenomen wat dit voor de periode 1999-2002
betekent.
Tabel 3.4 : Invulling bezuinigingstaakstelling 1999-2002 x
1.000
|
1999 |
2000 |
2001 |
2002 |
Invulling bezuinigingen
strategienota |
830 |
1.250 |
2.205 |
2.205 |
Taakstelling bezuiniging apparaat
- Uit strategienota
- NieuwTotaal bezuiniging apparaat |
2.000
500
2.500 |
4.000
1.000
5.000 |
5.100
1.500
6.600 |
5.100
3.000
8.100 |
Nieuwe bezuinigingen op
activiteiten |
540 |
1.040 |
1.540 |
2.040 |
Totaal cumulatief |
3.870 |
7.290 |
10.345 |
12.345 |
3.4.2 Toelichting invulling bezuinigingen
strategienota
De bezuinigingen voor 1999 die voortkomen uit de
strategienota bedragen totaal 830.000, exclusief de taakstelling
organisatieontwikkeling. In tabel 3.5 zijn deze bezuinigingen opgenomen. In de tabel staan
de voorgenomen bezuinigingen (conform de begroting 1998-2001) naast de in de begroting
1999 verwerkte bezuinigingen. Het verschil bestaat uit de nog te verwerken taakstelling
ISB ( 0,375 mln), het besparingsverlies (- 0,248 mln) en de geschrapte
bezuinigingen als gevolg van het nieuwe collegeprogramma (- 0,265 mln).
In bijlage 3 is een toelichting per post opgenomen van de
gerealiseerde bezuinigingen en de niet gerealiseerde bezuinigingen met de argumenten
waarom deze zijn gefaseerd dan wel geschrapt.
Tabel 3.5 : Wijzigingen in de bezuinigingen 1999 t.o.v.
begroting 1998-2001 x 1.000
Functie |
Dienst |
Omschrijving |
Begroting
1998/2001
jaarschijf 99 |
Begroting
1999/2002
jaarschijf 99 |
003.0 |
BD |
Burgerzaken* |
100 |
100 |
110.0 |
BD |
Openbare orde (leges) |
10 |
10 |
210.1 |
B&M |
Inkomsten
servicedienst |
25 |
25 |
310.2 |
GZ |
Grondexploitatie* |
150 |
150 |
510.0 |
WOC |
Openbare bibliotheek |
250 |
150 |
530.0 |
WOC |
Overdracht
sporthallen |
200 |
200 |
541.2 |
B&M |
Onderhoud hist.
Gebouwen |
100 |
-- |
560.0 |
SO |
Openbaar groen |
50 |
50 |
920.1 |
CON |
Toerisme |
100 |
70 |
610.8 |
DMZ |
Maatregelen
bijzondere bijstand |
150 |
-- |
611.1 |
DMZ |
Werkgelegenheid/banenpool |
68 |
50 |
620. |
DMZ |
Wijkwijzer/budgetwinkel |
60 |
60 |
630.0 |
WOC |
Buurt- en wijkwerk |
75 |
-- |
620/580 |
WOC |
Ouderenwerk |
40 |
40 |
721.1 |
B&M |
Vuilafvoer |
200 |
200 |
723. |
B&M |
Milieu* |
40 |
-- |
724.
Div. |
SO
CON |
Begraafplaatsen
ISB |
100
-- |
100
375 |
Div. |
CON |
Faseren storting
voorz reorganisatie |
-750 |
-750 |
Totaal
ingevulde bezuinigingen strategienota |
968 |
830 |
* Deze bezuinigingen waren reeds functioneel verwerkt in de
meerjarenbegroting 1998-2001.
3.4.3 Toelichting bezuinigingen op het apparaat
Voor 1999-2002 ligt er een gemeentebrede
bezuinigingstaakstelling van 8,1 mln op het gemeentelijk apparaat. Voor de
invulling van deze taakstelling is een meerjarige aanpak in hoofdlijnen uitgestippeld.
Over de financiële uitwerking per jaar zal pas eind 1998 meer bekend zijn. Deze
uitwerking wordt dan ook meegenomen in de kadernota 2000-2003.
Op hoofdlijnen wordt de bezuiniging door middel van een
viertal fasen ingevuld. Er wordt van uit gegaan dat deze vier fasen meer opleveren dan de
totale taakstelling van 8,1 mln. Het overschot boven de taakstelling van 8,1
mln wordt ingezet ten behoeve van "human resource management". Deze middelen
zijn nodig om het transformatieproces binnen de gemeente te ondersteunen.
- Fase 1 De nullijnoperatie
Binnen de gemeente Delft heeft een drietal diensten budgettaire knelpunten.
Voor de betreffende diensten (WOC, Bestuursdienst en DMZ)
ligt er de taakstelling om op korte termijn de beleids- en bedrijfsvoering financieel weer
op orde te krijgen. Gemeentebreed zullen ook acties worden ondernomen om deze taakstelling
te helpen realiseren. Zo zal de personeelslastenbudgettering herijkt worden en zal de
financiële bedrijfsvoering zoveel mogelijk volgens dezelfde uitgangspunten gevoerd moeten
gaan worden. Het hierdoor te verkrijgen inzicht in o.a.kostprijzen per product, bevordert
de beoordeling van en sturing op het financieel beleid.
Verder zal de dienst B&M de nullijnoperatie financieel faciliteren (4 jaar lang
5 ton). Dit is een teken van gezamenlijke verantwoordelijkheid en
solidariteit en schept gelijktijdig resultaatsverplichtingen voor de betreffende diensten.
De nullijnoperatie is niet expliciet meegenomen in de bezuinigingstaakstelling, aangezien
dit - behoudens vorenstaande toelichting - als een opgave voor de betreffende diensten
wordt beschouwd. Aangezien wordt ingeschat dat het slagen van de nullijnoperatie (voor
totaal ca. 2,5 mln) een enorme inspanning zal vergen, wordt deze operatie opgenomen
in de risicoparagraaf (zie hoofdstuk 6.6).
- Fase 2 Bezuinigingen op de korte termijn.
Om te zorgen dat de bezuiniging van 2,5 mln ook voor 1999 wordt gerealiseerd, is
een aantal concrete maatregelen bedacht. De verschillende diensten zullen hier hun aandeel
aan leveren door het doorvoeren van efficiencymaatregelen. Deze worden vanuit twee lijnen
ingezet. Ten eerste de loon- en prijscompensatie in de dienstbegrotingen. Dit levert een
totaal bedrag op van 1,5 mln. Het resterende bedrag van 1 mln wordt door
specifieke maatregelen gerealiseerd. Hierbij wordt gedacht aan anders werken, kleinere
organisatieveranderingen en nieuwe inkomstenbronnen. Tabel 3.6 geeft hiervoor een eerste
invulling.
Tabel 3.6 Nieuwe bezuinigingen op organisatie x
1.000
Functie |
Omschrijving |
1999 |
|
Bouwlegessystematiek |
200 |
|
Onderhoud Heempark
door vrijwilligers |
125 |
|
Plantsoenpost
Lipkensstraat naar de Staal |
40 |
|
Gemeentebreed
clusteren personeelsadvertenties |
150 |
|
Werken voor derden
- Efficiency Reiniging
- BTW opbrengst op overhead voor belaste prestaties |
125
50
|
|
Uitvoering
gladheidsbestrijding |
50 |
|
Gracht/vaarwegen
vrijhouden van fietswrakken e.d. |
35 |
|
Uitjes
gepensioneerden afschaffen (B&M) |
40 |
|
Efficiency
precariocluster (markt/havenm./OWW/AMA) |
50 |
|
Meer mogelijkheden
precario-opbrengst a.g.v. cluster |
50 |
Totaal |
|
915 |
- Fase 3 De meerjarige taakstelling voor het
organisatie-ontwikkelingsproces
De totale taakstelling voor het organisatie-ontwikkelingsproces bedraagt totaal 5,5
mln. Concrete onderwerpen waarmee de taakstelling gerealiseerd kan worden betreffen de
bundeling van ondersteunende taken, verzelfstandiging, concentratie van beleidscapaciteit,
ICT en sectorenvorming. De verwachting is dat het organisatie-ontwikkelingsproces vanaf
2000 bij zal dragen aan de meerjarige taakstelling.
- Fase 4 Verschuiving van hard naar zacht
Ook deze fase van het bezuinigingsproces is niet expliciet
in de bezuinigingstaakstelling opgenomen,aangezien een verschuiving per saldo in het
totaalbeeld budgettair neutraal zal zijn. De verschuiving van hard naar zacht wordt
evenwel toch als wezenlijk onderdeel van onze beleidsuitgangspunten als taakstelling in de
begroting onder woorden gebracht.
De verschuiving van hard naar zacht kan op meerdere wijzen worden ingevuld. Zo zullen de
onder fase 1 genoemde herijking van de personeelsbudgetteringsmethodiek en de uniformering
van een bedrijfseconomische financiële administratie wellicht leiden tot een
"herschikking" van middelen ten gunste van de "zachte" diensten. Deze
zou kunnen worden aangewend ten behoeve van (extra) investeringen in ICT en personele
kwaliteit. Daarnaast zal de "zachte" sector prioriteit krijgen bij toewijzen
middelen nieuw beleid en wordt zij ontzien bij de bezuinigingstaakstelling.
3.4.4 Toelichting nieuwe bezuinigingen op
activiteiten
In de periode 1999-2002 dient jaarlijks 0,5 mln
structureel bezuinigd te worden op activiteiten. Op dit moment is alleen de concrete
invulling van de bezuinigingstaakstelling 1999 gereed. Bij de kadernota 2000-2003 worden
de overige jaren concreet ingevuld.
Voor 1999 wordt voor 1,04 mln aan
bezuinigingsvoorstellen ingevuld. Het surplus wat hierdoor ontstaat zal in 1999 worden
benut voor het verwachte tekort op de WVG. In tabel 3.7 zijn de bezuinigingen op
activiteiten opgenomen voor 1999. In bijlage 3 zijn de nieuwe bezuinigingsvoorstellen per
post toegelicht.
Tabel 3.7 : Nieuw bezuinigingen op activiteiten x
1.000
Functie
Omschrijving |
1999 |
611.0 |
Verlaging
gemeentelijke bijdrage CombiWerk |
150 |
611.9 |
EZ-verlaging
werkbudget |
40 |
910.8 |
Bijdrage
parkeerbedrijf |
100 |
210.1 |
Onderhoud wegen,
straten en pleinen |
200 |
822.0 |
Bouwvergunningen |
100 |
541.0 |
Musea |
50 |
821.0 |
Stadsvernieuwingsfonds |
300 |
480.0 |
Storting fonds
onderwijs |
50 |
480.0 |
Subsidiegrondslag
onderw. Personeel |
50 |
Totaal |
1.040 |
Waarvan
incidenteel ingevuld door WVG |
-500 |
Totaal
nieuwe bezuinigingen op activiteiten |
540 |
3.5 Investeringen
Investeringsplan 1999-2002
Voor de investeringen categorie 1 (de eenmalige of uitbreidingsinvesteringen) is
voor 1999 een financiële ruimte beschikbaar van ruim 0,4 mln. Bij de kadernota
1999-2002 is reeds een voorlopige keuze gemaakt van de daarvoor aan te wijzen
investeringsprojecten. Ten behoeve van de meerjarenbegroting 1999-2002 hebben wij evenwel
ook dit investeringspakket voor 1999 opnieuw in onze afwegingen betrokken. Tegen de
achtergrond van het nieuwe collegeprogramma "Grensoverschrijdend" hebben wij
gekozen voor een integrale benadering van de invulling van de beschikbare ruimte voor
nieuw beleid in samenhang met de ruimte voor categorie 1 investeringen en de inzet van
reserves. In dat kader hebben wij besloten enkele investeringen door te schuiven dan wel
te faseren. Dat levert noodzakelijke ruimte op voor enkele nieuwe investeringen, welke
passen binnen de prioriteiten van ons collegeprogramma. Daarnaast hebben wij bestaande
investeringen op sommige punten geclusterd. Investeringen in openbaar vervoer zijn
samengevat onder regionale mobiliteitsprojecten, investeringen in de kwaliteit van de
binnenstad onder herinrichting binnenstadsmanagement.
Het volume aan onrendabele investeringsprojecten voor 1999
komt in totaal uit op 6,3 mln. Dat is inclusief een bijdrage aan het
recreatieschap Midden-Delfland voor de wegreconstructie in het Abtswoudse park. De uit
deze bijdrage voortvloeiende kapitaallasten zijn als tegenvaller ten laste van het
financiële beeld gebracht.
In onderstaande tabel 3.8 wordt een overzicht gegeven van
de nieuwe categorie 1 investeringen 1999-2002. In bijlage 4 is een geactualiseerd
investeringsplan categorie 1 1998-2002 opgenomen. Daarin staan behalve de nieuwe
investeringen tevens de reeds in vorige jaren toegekende investeringen en de bijbehorende
kapitaallasten.
Tabel 3.8 : Overzicht (nieuwe) investeringen 1999-2002 x
1.000
Omschrijving |
1999 |
2000 |
2001 |
2002 |
Beheer en Milieu |
Realisatie Radex-2 (stimuleringfinanciering
top) |
500 |
|
|
|
Stadsontwikkeling |
Ontwikkeling B-1 locatie |
900 |
|
|
|
Regionale mobiliteitsprojecten |
750 |
1.500 |
1.500 |
1.500 |
Herinrichting binnenstadsmangement |
800 |
1.000 |
1.000 |
500 |
Verkeers en vervoersplan (VVP+) |
1.000 |
|
|
|
Renovatie openbaar groen |
265* |
|
|
|
Speel- en sportplekken |
100 |
100 |
100 |
|
Gronddepot |
150* |
150* |
|
|
Welzijn, Onderwijs en
Cultuur |
Sportaccommodaties |
250 |
250 |
|
|
Voorzieningen Delftse Hout |
25* |
|
|
|
Abtswoude |
600 |
1.000 |
|
|
Totaal |
5.340 |
4.000 |
2.600 |
2.000 |
*Deze investeringen zijn nagenoeg onveranderd overgenomen
uit de Kadernota 1999-2002.
Onderstaand worden de belangrijkste nieuwe investeringen
kort toegelicht:
Realisatie Radex-2
In het Radex-bedrijvencentrum kunnen jonge ondernemers zich met kortlopende contracten
vestigen. De investering betreft de stimuleringsfinanciering top van de uitbreiding van
dit bedrijvencentrum.
Ontwikkeling B-1 locatie
Het recreatiegebied ten oosten van de stad krijgt in 1999 extra aandacht door een nieuwe
invulling voor de Bieslandse polder (ook wel B-1 locatie). Voor dit weidegebied is een
nieuwe inrichting en tevens meer specifieke agrarische functie toegedacht. Er wordt een
biologische veeteelthouderij (ca. 30 ha.) in het weidegebied gerealiseerd. Als flankerende
maatregelen worden bescheiden herinrichtingen gerealiseerd die het open karakter van het
huidige gebied niet aantasten. Hierbij wordt gedacht aan helofytenfilters en moerassige
gedeelten. Tevens wordt een deel van de Korftlaan opgeknapt.
Herinrichting Binnenstadsmanagement
Binnenstadsmanagement is een geïntegreerde benadering van alle relevante
beleidsterreinen. Het economisch, cultureel en toeristisch klimaat in de binnenstad zal
worden verbeterd. De in het investeringsplan gereserveerde gelden zijn met name bestemd
voor het autoluw maken en herinrichten van straten en pleinen. Het is de bedoeling dat
middels het gericht investeren in de openbare ruimte particuliere investeringen worden
gegenereerd in de aanliggende panden, met name in de gevels.
VVP+
Het Verkeer en Vervoerplan (VVP) wordt verder uitgewerkt naar een VVP-plus. Hierin is een
nadere onderbouwing en aanscherping van de doelstellingen opgenomen en een pakket aan
actieplannen. Hieronder zijn de belangrijkste onderdelen nader aangegeven:
- Uitvoering van maatregelen die het fietsgebruik in Delft
verder verbeteren.
- Het starten van een reeks acties om de verkeersveiligheid in
Delft te verbeteren.
- Met de gemeenten van de stadsregio Rotterdam de
mogelijkheden bezien om de busverbindingen naar Vlaardingen, Schiedam en Rotterdam-noord
te verbeteren. Het collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV) wordt verder uitgebreid en
het openbaar vervoer in en/of naar de binnenstad wordt zo mogelijk verbeterd.
- Begin 1999 wordt het monitoringsplan voor verkeer en vervoer
ter vaststelling aangeboden. Daarna wordt uitvoering gegeven aan meetprogrammas om
te controleren of de ontwikkelingen rond het verkeer zich verhouden met het vastgestelde
beleid.
- De uitgangspunten van het parkeerbeleid zijn in het VVP
aangegeven en worden uitgewerkt in de Parkeernota. In 1999 wordt een aanzet gegeven tot
het implementeren van dit beleid.
Regionale mobiliteitsprojecten
In 1996 is het Regionaal Verkeers- en Vervoersplan vastgesteld. De projecten hebben vooral
betrekking op de ontsluiting van VINEX-locaties, regionaal fietspadenplan,
goederenvervoerontsluiting Westland, doorstromingsmaatregelen voor het openbaar vervoer
etc. Zonder projecten als Randstadrail betreft het een investering van ca. 2,5
miljard, waarvan het rijk 2,1 miljard bijdraagt. De overige 400 mln zal uit
de regio moeten komen. Hiervan wordt 280 mln uit de gebundelde doeluitkeringen
betaald, en 20 mln uit een reserve. Resteert een eigen bijdrage van de gemeenten
van 100 mln. In het huidig voorstel van stadsregio Haaglanden wordt dit betaald
door een gemeentelijke bijdrage van
16 per inwoner per jaar. Dit komt voor Delft neer op 1,5 mln per jaar
voor de periode tot 2005. Bij de uitvoering van de grote projecten binnen deze periode is
deze inwonerbijdrage voor Delft "rendabel". Voorbeelden voor Delft zijn de
agglotramlijnen, de tunnel onder de A13 en de fietsbrug over de Delfgauwseweg aan de kant
van Delfgauw.
Abtswoude
De gemeentelijke bijdrage in het wegenplan van de reconstructiecommissie Abtswoude, is in
de kadernota 1999-2002 reeds aan de orde geweest. De reconstructiecommissie
Midden-Delfland heeft de besteksvoorbereiding voor de aanleg van het verlengde fietspad
Rotterdamseweg nagenoeg afgerond. Het fietspad is een voorziening in het kader van
"wegen van algemeen belang" en de reconstructieplannen voorzien in een
gezamenlijke financiering door belanghebbenden op basis van een percentuele verdeling 60%
rijk-40% gemeente(n).
Binnen dit kader zijn (eveneens op grond van het reconstructieplan (deelplan) Abstwoude)
in de komende periode verzoeken van de reconstructiecommissie te verwachten voor renovatie
van de wegen Schieweg en Abtswoude, alsmede aanleg van een fietspad langs Abtswoude. De
totale investering wordt geraamd op 1,6 mln.
De sector infrastructuur onderzoekt momenteel de mogelijkheid van een provinciale
subsidiebijdrage. Indien deze mocht worden verkregen kunnen deze op de investeringslasten
in mindering worden gebracht.
Verwacht wordt dat de bijdrage voor 1999 nog geen lasten met zich mee zal brengen.
Derhalve kunnen de gecalculeerde kapitaallasten voor dat jaar ad 90.000 worden
geschrapt.
Investeringen in automatisering
Naast de categorie 1 investeringen wordt gemeentebreed geïnvesteerd in
versterking van de informatie en communicatie technologie (ICT). Daarvoor worden aparte
trajecten uitgezet. Voorstellen betreffende de versterking van de personele capaciteit op
het vlak van de ICT en de aanpak van de millenniumproblematiek zijn inmiddels separaat aan
u voorgelegd. Uitgangspunt voor de investeringen op het bedrijfsmatige vlak zal zijn dat
deze zich via efficiency-winst terug zullen verdienen.
Daarnaast is reeds een meerjarig project in gang gezet voor de versterking van de
informatie infrastructuur waarvoor uit de opbrengst van de kabelgelden een reserve van
4,5 mln is vrijgemaakt. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar het
KIS-actieplan elders in dit boek.
Investeringsruimte
Op grond van de kadernota 1999-2002 zijn in de meerjarenbegroting de volgende
stelposten voor de kapitaallasten van nieuwe investeringen beschikbaar:
1999: 441.000
2000: 995.000
2001: 1.389.000
2002: 1.774.000
Rekening houdend met de reeds gereserveerde kapitaallasten
van de in vorige jaren geplande investeringen ziet de nog beschikbare investeringsruimte
er als volgt uit:
Tabel.3.9 : Overzicht investeringsruimte 1999-2002 x
1.000 (GEWIJZIGD)*
Omschrijving |
1999 |
2000 |
2001 |
2002 |
Beschikbare investeringsruimte: |
|
|
|
|
Oude investeringen |
745 |
928 |
868 |
895 |
Nieuwe investeringen |
441 |
995 |
1.389 |
1.774 |
Totaal beschikbaar |
1.186 |
1.923 |
2.257 |
2.669 |
Kapitaallasten investeringsplan
was: |
1.188 |
1.546 |
1.830 |
2.127 |
Kapitaallasten investeringsplan wordt: |
1.244 |
1.938 |
2.208 |
2.490 |
|
Nog beschikbare ruimte voor
kapitaallasten nieuwe investeringen was: |
-2 |
377 |
427 |
542 |
|
Nog beschikbare ruimte voor
kapitaallasten nieuwe investeringen was: |
- 58* |
- 15 |
49 |
179 |
*) zie verschillen tussen (was) en (wordt)
**) Wordt gedekt via incidenteel voordeel (0e
begrotingswijziging) op kapitaallasten investeringen Toerbusparkeren/Schiebrug ad
58.000
De nog beschikbare investeringsruimte voor de jaren ná
1999 is in bovenstaande tabel beperkt doordat de meerjarig aangegeven
investeringsprojecten uit het investeringsplan reeds hierin zijn doorgerekend.
Indicatieve plan
Voor bestemming van de nog beschikbare investeringsruimte in de komende jaren
zullen wij nog een nadere afweging maken. Wel hebben wij hiervoor reeds ter nadere
oriëntatie een indicatieve lijst opgesteld, welke tezamen met het indicatieve
investeringsplan 2000-2002 uit de kadernota 1999-2002, als referentiekader kan dienen voor
toekomstige selectie.
Wij geven daarvan een overzicht in tabel 3.10.
Tabel 3.10 : Indicatieve investeringen x 1.000
Omschrijving |
Jaar van uitvoering |
Kostenraming |
Renovatie begraafplaatsen |
2000 |
600 |
Verbetering kwaliteit wegen |
2000/2001 |
800 |
1 Loket |
|
2.000 |
Brandweerkazerne |
2000/2001 |
7.500 |
Ecologische hoofdstructuur |
2000 t/m 2002 |
2.000 |
Parkeren Oostelijk gebied |
2000/2001 |
2.000 |
VVP+ |
2000/2001 |
2.000 |
Verhuizing archief |
2001 |
p.m. |
Bedrijfsverzamelgebouw
ambachtelijke bedrijven |
2000 |
500 |
Jongerenwerk |
2000/2001 |
p.m. |
Filmhuis |
2000 |
p.m. |
Sportaccommodaties |
|
6.000 à 8.000 |
Zwembad Kerkpolder |
|
400 |
Tramlijn TU |
|
5% van 83.000 |
Station Zuid |
|
5.000 à 6.000 |
Gemeentebrede huisvesting |
|
60.000 tot 80.000 |
Overlaadstation |
|
15.000 |
Bibliotheek |
|
10.000 á 19.000 |
Een volledig overzicht van het investeringsplan
categorie I 1998-2002 inclusief de bijbehorende kapitaallasten treft u aan in bijlage 4.
Categorie 2 en 3 investeringen
In de bijlage 5 is een geactualiseerd overzicht opgenomen van de routinematige
onderhoudsinvesteringen (categorie-2 investeringen) en de bedrijfsmiddelen (categorie-3
investeringen).
3.6 Stadsvernieuwing
Stadsvernieuwing is lange tijd een op zichzelf staand
beleidsterrein geweest, te typeren als een fysieke inhaaloperatie op het schaalniveau van
de buurt. De laatste jaren is het besef gegroeid, dat er aandacht moet zijn voor het
functioneren van de stad in al zijn facetten. Stadsvernieuwing wordt in den lande steeds
meer afgestemd met andere beleidsterreinen zoals wijkbeheer, stedelijke vernieuwing en
herstructurering. Dit spoort met het Rijksbeleid, zoals neergelegd in de nota
Stedelijke Vernieuwing.
In de gemeentelijke Meerjarenraming Stadsvernieuwing
1999-2003 (MRSV) wordt opnieuw prioriteit gegeven aan herstructurering, voortbouwend op de
inmiddels in uitvoering zijnde aanpak van Die Delfgaauwse Weije en de Wippolder.
Vanwege een bezuinigingsronde wordt de gemeentelijke
bijdrage in de meerjarenraming ten opzichte van eerdere ramingen teruggebracht tot
651.000 in 1999 en 2000 resp. tot 751.000 in de jaren daarna. Voor wat de
subsidies aan derden betreft, wordt met name gezien de teruglopende rijksbijdragen
bezuinigd op de subsidie particuliere woningverbetering (ook bekend als de zgn.
klussenregeling). Voorgesteld wordt deze meer toe te spitsen op de
projectmatige aanpak van de binnenstad en enkele herstructureringsgebieden en daarmee
vanaf 2001 terug te brengen tot 150.000 per jaar.
Ook de - in de afgelopen jaren opgehoogde -
monumentensubsidie wordt in de MRSV 1998-2003 per 2000 structureel verlaagd. Voorgesteld
het budget voor deze regeling van 1.000.000 te verlagen tot 800.000 per
jaar, ingaande 1-1-2000. De regeling inzake verhuis- en herinrichtingskosten wordt
daarentegen niet afgebouwd, maar gecontinueerd gezien de geplande toekomstige
herstructureringsopgave.
Conform het nieuwe college-programma wordt ook in de
stadsvernieuwing een verschuiving van de hard naar zacht voorzien.
Naast lopende SV-projecten worden in de MRSV dan ook een aantal nieuwe beleidsaccenten
gelegd, te weten het opplussen van de woningvoorraad (dit is het aanpassen van
woningen ten behoeve van de bewoning door ouderen en mensen met een handicap), de bouw en
inrichting van nieuwe buurtaccomodaties in wijken en de bevordering van de leefbaarheid in
diverse wijken van Delft bij voorkeur in combinatie met de uitvoering van nieuwe
herstructureringsplannen.
Er wordt voorts bijgedragen aan de totstandkoming van
wijkbudgetten door een bedrag aan de SV-reserve te onttrekken en per 1-1-1999 in te zetten
in het kader van het wijkgericht werken. Ook wordt rekening gehouden met de strategische
aankoop van een of meerdere scholen en/of kerken. In totaal wordt in totaal ca. 3,2
mln per jaar voor nieuw beleid uitgetrokken.
Het restant saldo in de SV-reserve voor Delft bedroeg per
31-12-97 ruim 20 mln en is daarmee lager dan eind 1996 het geval was (ca.
22,8 mln). In 1998 draagt het Rijk aan de stadsvernieuwing in Delft ruim 5,6 mln
bij. Hiertegenover staan uitgaven in dat jaar van ca. 11,7 mln.
De Rijksbijdrage wordt momenteel verdeeld door middel van
een verdeelsleutel, te weten 7,54 promille van het totaal van de Rijksbegroting voor de
stadsvernieuwing in heel Nederland. De verwachting is dat op basis van deze sleutel de
rijksbijdrage tot en met het jaar 2000 ca. 5,9 mln per jaar zal zijn.
De jaren na 2000 zullen voor de stadsvernieuwing naar
verwachting een scherpe terugval van de Rijksbijdrage te zien geven. Vooralsnog wordt
rekening gehouden met een terugval tot ca. 2,1 mln per jaar vanaf 2001.
De te verwachten extra Rijksbijdrage in het kader van de
herijking van het beleid voor de stadsvernieuwing in de toekomst (Belstato), zijnde ¦
1,85 miljard voor heel Nederland (dus voor Delft - op basis van de huidige verdeelsleutel
ca. 13,9 mln) zal volgens de laatste informatie van het ministerie per 2000 opgaan
in het - veel grotere - investeringbudget stedelijke vernieuwing (afgekort
ISV).
In dit ISV zullen de volkshuisvestingssubsidies (waar onder
de gelden voor herstructurering), de stadsvernieuwingsbijdragen (Belstato-gelden, maar ook
bv. de gelden voor verbetering van de historische woonomgeving) en mogelijk
ook enige milieusubsidies (bodem en geluid) worden samengevoegd.
De huidige verdeelsleutel zal in dit kader per 2000 opnieuw
gaan veranderen. De sleutel zal worden vervangen door een indicatieve sleutel
waar de bestaande afspraken naar verluidt in zullen passen, in die zin dat Rijksbijdragen
niet ineens veel lager zullen uitpakken.
In de periode 2000 tot 2010 komt voor het ISV naar
verwachting landelijk ruim 7,3 miljard gulden beschikbaar. Wat dit voor Delft zal
opleveren zal eerst duidelijk worden na de vaststelling van de wet
investeringsbudget stedelijke vernieuwing in de Tweede Kamer.
Om voor de genoemde totaalpot in aanmerking te
komen zal Delft binnenkort een integrale visie op de ontwikkeling van de stad en een breed
meerjarig investeringsprogramma vaststellen. Deze investeringsvisie zal de basis vormen
van -mede in het kader van de 23 grotere stadsvernieuwingsgemeenten- te voeren overleg met
het Rijk over de verdeling van de genoemde ISV-gelden.
3.7 Grondexploitatie
Wonen
Zoals in de begroting voor het jaar 1998 ook reeds werd aangegeven, zal Delft zonder
aanpassing van de gemeentegrenzen nog maar in beperkte mate voor de groei van de eigen
bevolking kunnen bouwen.
De discussies over aanpassing van gemeentegrenzen zijn in
1998 door de beoogde aanpassing van de gemeentegrenzen van s Gravenhage weer in de
politieke belangstelling komen te staan. De uitkomsten hiervan zullen mogelijk een
uitstralingseffect hebben op een gewenste aanpassing van de gemeentegrenzen van onze
gemeente.
In 1999 zal binnen het plan Hooikade/Zuideinde een aantal
woningen worden opgeleverd.
Bedrijven
Binnen de gemeente Delft is de afgelopen jaren een neergaande lijn geconstateerd in de
ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen. Het is van het grootste belang, dat deze
neergaande trend in positieve zin wordt omgebogen.
De groei van het aantal arbeidsplaatsen dient ten minste
gelijk te zijn aan de groei van de beroepsbevolking. Deze beoogde groei zal in belangrijke
mate moeten worden gevonden bij startende en doorstartende bedrijven, en bij bedrijven van
buiten Delft die zich in onze gemeente gaan vestigen.
Om al deze bedrijven te kunnen huisvesten is de uitgifte -
en dus beschikbaarheid - van nieuwe bedrijfsterreinen noodzakelijk.
De voorraad bedrijfsterreinen voor kennisintensieve
bedrijven is door de beschikbaarheid van het Delftechpark voldoende. Voor de overige -
meer traditionele - bedrijven is de voorraad bedrijfsterrein veel te gering. Zelfs na de
ontwikkeling van het terrein Karitaat en de uitbreiding van het terrein Ypenburgse Poort
blijft de voorraad erg krap. Daarom dient met verve te worden gewerkt aan de ontwikkeling
van nieuwe bedrijfsterreinen.
Voor onze gemeente is momenteel de enige
uitbreidingsmogelijkheid gelegen op het terrein ten zuiden van de Kruithuisweg. Deze
locatie past in het locatiebeleid van het Stadsgewest Haaglanden.
Voor een uitbreiding van het Delftechpark zou gedacht
kunnen worden aan eventueel beschikbaar komende delen van het TNO-terrein. Deze gronden
zijn momenteel eigendom van de TNO. Het beschikbaar komen van de betreffende TNO-grond is
echter nog allerminst zeker. Ook TNO heeft plannen met het zogenaamde
"palenveld".
Doordat in de afgelopen jaren het aantrekken van bedrijven
redelijk probleemloos is verlopen, is de organisatie niet echt ingesteld geweest op
actieve werving van bedrijven.
Met de ontwikkeling van het Delftechpark is voor het eerst
ervaring opgedaan met promotie en werving van kennisintensieve bedrijven.
Voorts is met de activiteiten van het bureau Delft
Kennisstad met citymarketing begonnen.
Sinds medio 1998 is bij de afdeling Economische Zaken,
waarmee GrondZaken zeer nauw samenwerkt, een accountmanager werkzaam, waardoor voor
bedrijven een vast aanspreekpunt is gecreëerd.
3.8 Rationeel Beheer Onroerend
Goed
In 1998 is het geautomatiseerde systeem voor het beheer van
het gemeentelijk onroerend goed opgeleverd. De verwachting is dat het systeem in 1999
volledig operationeel zal zijn. Dan zal ook een begin kunnen worden gemaakt met het maken
van de procedurebeschrijvingen. Met het maken van de procedurebeschrijvingen zal de
daadwerkelijke implementatie kunnen worden afgerond. Na de implementatie zal het systeem
een beleidsondersteunende rol kunnen spelen; naar verwachting zal dit in 1999 leiden tot
voorstellen.
Voorts zullen andere activiteiten in het kader van het
beheer onroerend goed de aandacht vragen. Genoemd kunnen worden:
- Het onderzoek naar de mogelijkheden van centrale huisvesting
van het gemeentelijk apparaat mede in het licht van de aanstaande reorganisatie;
- Uitvoering van de 3e tranche van het project
brandveiligheid, milieu-eisen en toegankelijkheid gehandicapten van een aantal
gemeentelijke gebouwen.
3.9 Sociale vernieuwing
Met ingang van 1998 is de wet stimulering sociale
vernieuwing beëindigd. De financiële middelen uit het fonds sociale vernieuwing worden
met ingang van 1 januari 1998 omgezet in de volgende vier landelijke financieringsstromen:
- Het gemeentefonds. In 1999 worden de middelen voor de
sociale vernieuwing welke naar het gemeentefonds worden overgeheveld (totaal 144
mln) als integratie-uitkering uitgekeerd. Dat houdt in dat de verdelingsbasis voor
overheveling in tact blijft. Delft houdt in 1999 aanspraak op 1.236.000. Vanaf 2000
worden de middelen echter verdeeld via de maatstaven van de algemene uitkering. Nog
onduidelijk is wat hiervan de financiële consequenties zijn voor de gemeente Delft.
- De brede doeluitkering voor maatschappelijke opvang,
ambulante verslavingsverzorg en sociale pensions (totaal 271 mln);
- Uitkering voor HALT-bureaus (totaal 8 mln);
- Uitkering werkfonds. De uitkering werkfonds is gekoppeld aan
de Wet Inschakeling Werkzoekenden. Uit het werkfonds worden in ieder geval de
banenpoolers, JWG en vrijlatingsbeleid bekostigd. De omvang van het fonds bedraagt
ongeveer 440 mln.
In tabel 3.11 is totale omvang van de vier
financieringsstromen weergegeven voor de gemeente Delft.
Tabel 3.11 : Budget sociale vernieuwing x 1.000
Omschrijving |
1999 |
2000 |
2001 |
2002 |
Gemeentefonds |
1.236
|
1.236
|
1.236 |
1.236
|
Doeluitkering
maatschappelijke opvang |
1.608 |
1.6082 |
1.608 |
1.608 |
Uitkering voor
HALT-bureaus |
125 |
125 |
125 |
125 |
Uitkering Werkfonds |
3.650
|
3.650
|
3.650
|
3.650
|
Totaal budget Sociale
Vernieuwing |
6.619
|
6.619 |
6.619 |
6.619 |
Uitgaven Sociale Vernieuwing
Het gemeentelijke fonds sociale vernieuwing kan nu worden opgeheven. Alle
uitgaven in de sfeer van de Sociale Vernieuwing zijn structureel in de dienstbegrotingen
verwerkt. In de begroting 1998-2001 was reeds 4,9 mln structureel verwerkt in de
dienstbegrotingen. In de begroting 1999-2002 is ook het resterende deel, ad. 1,7
mln verwerkt in de dienstbegrotingen. Een overzicht van de uitgaven van het resterende
deel ad 1,7 mln welke voorheen onder de brede doeluitkering vielen, is voor de
volledigheid in de onderstaande tabel opgenomen.
Tabel 3.12 : Uitgaven sociale vernieuwing x 1.000
Omschrijving |
1999 |
2000 |
2001 |
2002 |
Reeds verwerkt in
dienstbegrotingen Begroting 1998-2001 |
4.905
|
4.890 |
4.890 |
4.890 |
Verwerkt in
dienstbegrotingen 1999-2002 op de verschillende activiteiten: |
|
|
|
|
- Woonkoepel
- Vluchtelingenopvang
- Jongerencrisisteam
- Project gids
- De wissel
- Veiligheidsbeleid
- Stadstoezichthouders
- Graffitibestrijding
- WIW |
40
130
20
70
150
15
120
20
1.149 |
40
130
20
70
150
15
120
20
1.164 |
40
130
20
70
150
15
120
20
1.164 |
40
130
20
70
150
15
120
20
1.164 |
Totaal verwerkt in
dienstbegrotingen 1999-2002 |
1.714 |
1.729 |
1.729 |
1.729 |
Totale uitgaven
Soc.Vern. |
6.619
|
6.619 |
6.619 |
6.619 |
|