naar nota
Behandelde door W.M. van den Berg
Bij lezing van de onderliggende nota is verzocht om een nadere uitleg over de consequenties van het voeren van een artikel 17 Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstellingsprocedure.
Artikel 17 WRO:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op een voor een bepaalde termijn voorgenomen afwijking van het bestemmingsplan voor die termijn vrijstelling verlenen van dat plan. De termijn kan ten hoogste 5 jaren belopen.
De procedure die aan het verlenen van deze vrijstelling is verbonden is vrij eenvoudig. Het is in zijn geheel een bevoegdheid van het college. Inschakeling van andere bestuursorganen (gemeenteraad of provinciebestuur) is niet noodzakelijk.
Bij binnenkomst van de aanvraag om vergunning wordt het
voornemen tot het verlenen van de vrijstelling gepubliceerd in de Stadskrant en ligt het
plan gedurende 2 weken ter inzage. Indien naar aanleiding hiervan geen bezwaren
(zienswijze) binnenkomen dan kan de vrijstelling direct worden verleend, c.q. wordt hij
tegelijkertijd verleend met de bouwvergunning. Dus binnen de gangbare afdoeningstermijn
van bouwvergunningen van
13 weken.
Indien er bezwaren binnenkomen dan ligt de procedure iets
anders. Deze bedenkingen moeten immers worden meegenomen in de besluitvorming. De
afdoening van deze bezwaren is in zijn geheel een ambtelijke activiteit en behoeft, gezien
de aard en omvang van de bouwwerken waarover we het hier hebben, geen vertraging van de
beslissing op de aanvraag om bouwvergunning tot gevolg te hebben.
