25 februari 2005

Verslag commissie Extern - WMO 25 januari 2005 

 


naar agenda
25 januari 2005


workshop I-1a


workshop I-1b


workshop I-2


workshop I-3


workshop I-4


workshop I-5


workshop 1-6



Gezamenlijke start van de bijeenkomst

De heer Meuleman (voorzitter) opent de vergadering en schetst kort de reden van deze bijeenkomst. De gemeenteraad van Delft signaleert stevige signalen uit de Delftse samenleving dat er belang wordt gehecht aan het tijdig meepraten over de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Vandaar dat de gemeenteraad heeft besloten tot deze bijeenkomst. Wens is om zo veel mogelijk signalen en leerpunten te verzamelen. Hij schetst het programma:

Eerst twee presentaties, waarna uit elkaar gegaan wordt in twee rondes van zes workshops. Tenslotte een plenaire afsluiting.

Presentatie 1, mw. J. Regouw, projectleider WMO van de Vereniging Nederlandse gemeenten (VNG).

Haar sheetpresentatie is bij dit verslag gevoegd (bijlage).

Zij schetst de reden waarom de Rijksoverheid de WMO wil invoeren:

Beter beleid voor zelfstandig wonende kwetsbare groepen

Gemeenten kunnen voor samenhang op lokaal niveau zorgen..

De VNG heeft de ontwikkeling van de wet van dichtbij gevolgd en is blij dat er meer ruimte in de planning is toegezegd door de staatssecretaris. Eest dan de enkelvoudige huishoudelijke zorg (als er verder geen sprake is van AWBZ zorg) samen met de WVG en de welzijnswet in de WMO worden ondergebracht. Aan de hand van pilots zal bezien worden of die taak uiteindelijk uitgebreid wordt. In de conceptwet staan 8 prestatievelden opgenomen:

Leefbaarheid en samenhang in de buurt

Preventieve voorzieningen voor de jeugd

Informatie en advies

Ondersteuning mantelzorg en vrijwilligers

Participatie van mensen met beperkingen

Voorzieningen voor mensen met beperkingen

Maatschappelijke opvang

Verslavingsbeleid

Er moeten lokale keuzes worden gemaakt zoals:

Herijking WVG en welzijnsvoorzieningen?

- Huidig pakket WVG zo houden?

- Andere voorzieningen?

Wat te doen met enkelvoudige huishoudelijke zorg?

- Contract met een andere dan de huidige aanbieder?

- Inzet schoonmaakbedrijven?

- Bijstandsgerechtigden hiermee aan het werk helpen?

Wat te doen met de ondersteuning van mantelzorgers?

Wat te doen met een lokaal loket?

Wordt er een eigen bijdragesystematiek ingericht?

Keuze indicatie systematiek

- CIZ?

- Koppelen aan WVG?

- Zelf doen?

Komt er een persoonsgebonden budget? En zo ja hoe dan?

Het is belangrijk hierbij samen te werken met financiers zorg en welzijn en bouwers, maar vooral ook met organisaties gebruikers en als MEE.

Presentatie 2 Mw. Chris van Faasen, gehandicaptenplatform Brabant.

Zij schets het perspectief vanuit de gebruiker van zorg. Hiervoor wordt verwezen naar de gedetailleerde sheets in bijlage.

De workshops

De deelnemers gaan uiteen in zes workshops. Per thema vinden op de avond twee workshops plaats.

De volgende drie vragen zijn in elke workshop voorgelegd:

Wat moet de gemeente nader onderzoeken?

Welke risicofactoren ziet u?

Welke onderwerpen/thema’ s moeten wat u betreft echt aan de orde komen?

Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste bevindingen uit de workshops. Voor de uitgebreide verslagen wordt verwezen naar de uitgebreide verslagen in de bijlagen.

Workshop 1. zorg voor eigen zorg in combinatie met huishoudelijke hulp.

Inleiding:

Uitgangspunt van de WMO is om burgers meer eigen verantwoordelijkheid te geven ten aanzien van hun eigen leven. Het automatisme dat je na een indicatie uit publieke (AWBZ) gelden betaalde ondersteuning en enkelvoudige huishoudelijke verzorging krijgt verdwijnt, hoewel er in de Tweede Kamer nog wel discussie is over een in te stellen minimum ‘ zorgplicht’ voor gemeenten.

De gemeente kan bijvoorbeeld een inkomensafhankelijke eigen bijdrage invoeren om te voorkomen dat de vangnetfunctie niet kan worden gewaarborgd. N.B. Het is de bedoeling dat de gemeente de eerste vier jaar een doeluitkering krijgt, maar dat daarna de WMO-middelen via de algemene uitkering verstrekt worden. Dit betekent dat de gemeente dan volledig financieel verantwoordelijk is voor de WMO en eventuele tekorten niet bij het Rijk kan declareren.

Om de eigen verantwoordelijkheid van burgers ook mogelijk te maken is de gemeente verplicht invulling geven aan het prestatieveld informatie en advies (door middel van bijvoorbeeld het inrichten van zorgloketten in de wijken.).

Conclusies

Wat moet de gemeente onderzoeken?

Sessie 1: De doelgroep goed in beeld brengen en zorgen dat ook na 4 jaar de zorg nog betaalbaar blijft. Hierbij moeten kosten en kwaliteit van de zorg in de juiste verhouding tot elkaar staan.

Sessie 2: Onderzoeken van de doelgroep, waarbij onderscheidt wordt gemaakt in meer en minder kwetsbare groepen. Met kwetsbaar wordt dan niet alleen financieel kwetsbaar bedoeld, maar ook wat kan iemand nog, wat is het toekomstperspectief.

Wat ziet men als risico?

Sessie 1: Risico is dat er geen goede balans ontstaat tussen regelgeving (keep it simple) en de noodzaak tot regelgeving om te zorgen dat een groep niet tussen wal en schip raakt.

Dus als de balans enerzijds doorslaat naar bureaucratie of anderzijds naar juist te weinig regelgeving waardoor een groep buiten beeld komt te staan.

Sessie 2: Het risico is dat de kwetsbare groepen te laat hun zorgvraag indienen waardoor zij buiten de boot vallen.

Welk onderwerp moet aanbod komen?

Sessie 1: De toegang tot de zorg moet simpel blijven, geen ingewikkelde indicatiestelling voor huishoudelijke hulp (keep it simple), maar wel voldoende communicatiekanalen creëren.

Sessie 2: Zorgen voor voldoende informatie en wellicht ook educatie richting de kwetsbare groepen.

Workshop 2. positie vrijwilligers/mantelzorgers.

Inleiding

Vrijwilligers en mantelzorgers zijn cruciaal waar het gaat om het ondersteunen van mensen met een beperking of ziekte. Binnen de WMO krijgt de gemeente expliciet tot taak een ondersteunings- structuur te organiseren voor deze groepen. Op dit moment wordt er al subsidie gegeven aan de vrijwillige thuiszorg. Tevens verzamelt de gemeente via het stadspanel info over wensen en behoeftes van Hoe kan de gemeente hieraan nader invulling gaan geven? Welke knelpunten zijn er te verwachten of bestaan nu al?

Een paar highlights uit de inventarisatie:

Sessie 1. Er zal in het kader van de WMO goed nagedacht moeten worden over wat de professionele basiszorg zou moeten inhouden. De mantelzorg en het vrijwilligerswerk zijn hier dan aanvullend op. Daarnaast zal de vraag beantwoord moeten worden hoe het precies zit met het opgebouwde recht op zorg. Houden mensen de zorg die ze nu krijgen of kan dit door de WMO veranderen?

Sessie 2. Er is behoefte aan een meldpunt of zorgloket waar zorgvragers met vragen over informele zorg terecht kunnen. De klant moet van hieruit de gehele week bediend kunnen worden.

Het aanbod van vrijwilligerswerk en mantelzorg moet onderzocht worden. Ook moeten de mogelijkheden van mensen onderzocht worden.

Workshop 3. langer zelfstandig wonen in combinatie met informatie en ondersteuning (hoe ziet de basis infrastructuur eruit)

Inleiding

Uitgangspunt van de WMO is mensen zo lang mogelijk in de eigen vertrouwde thuissituatie te laten wonen. Om dit te kunnen hebben met name ouderen er baat bij als informatie en voorzieningen dicht bij huis georganiseerd worden. Woonzorgzones, waaraan in Delft in het kader van het programma Wonen, Zorg en Welzijn gewerkt wordt zie hiervan een voorbeeld. Daarnaast zal mogelijk invulling gegeven worden aan een zorgloket voor informatie en advies. De haalbaarheid hiervan wordt binnenkort onderzocht. In de workshop wordt aandacht besteed aan de voorwaarden waaraan de informatie- en adviesfunctie en de ondersteuning moet voldoen wil het mogelijk blijven langer thuis te blijven wonen.

Samenvatting op hoofdlijnen

In ronde 2 waren een groot aantal vragen gericht op vrijwilligers en mantelzorgers. Men is bang dat de belasting voor hen te groot wordt, dat er te weinig waardering is, dat ze te weinig ondersteuning krijgen en dat de werving moeizaam verloopt.

Een ander belangrijk aspect is de informatie- en adviesvoorziening. Er moet onderzocht worden aan welke informatie behoefte is, er moet een inventarisatie komen van het aantal adviespunten en er moet een bundeling plaatsvinden. Zorgloketten moeten centraal worden gepositioneerd.

De vrees bestaat dat de WMO een aantal gevolgen heeft zoals vereenzaming, vooral door het langer zelfstandig wonen. Men is bang dat ouderen onvoldoende ondersteuning zullen ontvangen, b.v. op het gebied van budgetbeheer en welzijnswerk. Ouderen moeten worden geholpen bij het maken van keuzes.

Verder is de betaalbaarheid van de zorg en ondersteuning een punt van grote zorg. Het gaat hier ook om zaken als het budget voor de woningaanpassingen en de dagbesteding.

Het aanbod van woningen waar een zorggarantie is zal moeten worden uitgebreid om aan de stijgende vraag te voldoen, alleen dan kan de extramuralisering gestalte krijgen.

Bij dit alles moet er op worden gelet dat e.e.a. niet te bureaucratisch wordt.

Verder zijn diverse onderwerpen genoemd die onderzocht moeten worden. Kort samengevat wordt gesteld dat zoveel mogelijk vraaggericht moet worden gewerkt.

Workshop 4. activering/welzijnswerk

Inleiding

Het zelfstandig wonen met een intensiever wordende zorgvraag leidt tot een extra behoefte aan welzijnsondersteunende diensten aan huis en in de directe woonomgeving, inclusief vervoer ernaar toe. De komende jaren zal in toenemende mate een beroep gedaan worden op het aanbod van diensten als maaltijdvoorziening, klusjesdiensten, sociaal-cultureel en culturele dag- en avondactiviteiten, het vervoer en begeleiding ernaar toe. Dit kan allemaal bijdragen aan een zo gewoon mogelijk leven voor ouderen en gehandicapten. Deelname aan maatschappelijke activiteiten (onderwijs, sociaal netwerk etc.) is hierbij uitgangspunt. In de workshop wordt verkend of er nieuwe creatieve
mogelijkheden zijn om activering vanuit welzijnswerk vorm te geven.

Wat moet de gemeente nader onderzoeken?

Onderzoek het tekort aan vrijwilligers, en de mogelijkheden om vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen;

Waar moet het geld vandaan komen om de zorg te bieden? Uitkijken dat het niet weg wordt gehaald bij voorzieningen waar juist een preventieve werking van uit gaat, zodat er minder aan curatieve zorg hoeft te worden besteed;

Breng preventieve voorzieningen in kaart.

Welke risico’s ziet men?

Welzijnswerk dreigt sluitpost te worden;

De broodnodige vrijwilligers worden juist vaak via het welzijnswerk geworven;

Buurthuizen aanpassen aan behoefte; Buurthuizen kunnen wellicht ook voorzien in belangrijke voorzieningen voor ouderen: koffie drinken, ‘onder de mensen zijn’, laagdrempelige recreatieve activiteiten.

Welke onderwerpen/thema’ s moeten aan bod komen?

Indicatiestelling (hoe wordt die vormgegeven?);

Participatie door burgers;

Kwaliteit WMO afhankelijk van politiek klimaat;

Leg wetten vast waar niet aan getornd kan worden (soort basale ‘grondwet’);

Handhaaf PGB!

Workshop 5. gemeentelijke regie met als subthema "gaan we samenwerken met andere gemeenten",

Inleiding

De gemeente gaat de ‘regie voeren’. Dat betekent dat de gemeente verantwoordelijk wordt voor in de eerste plaats de aanwezigheid van voorzieningen (door middel van het inkopen dan producten en diensten), maar ook dat zij het in werken in netwerken en ketens op wijkniveau verder zal gaan stimuleren. Het reeds lopende programma wonen, zorg en welzijn is hier een goed voorbeeld van. Gemeente en instellingen werken hierbinnen aan een aanpak van wonen met zorg en welzijn op wijkniveau.

In deze workshop zal tevens aandacht worden besteed aan de mogelijkheden van regionale samenwerking. Er zijn verschillende scenario’ s mogelijk, van enkel beleidsafstemming, gezamenlijk inkopen tot het feitelijk ineenschuiven van de uitvoeringsorganisaties voor de WMO door middel van het inrichten van een bestuursorgaan (in het kader WGR, wet gemeenschappelijke regelingen). In de workshop wordt aandacht besteed aan de voor- en nadelen van regionale samenwerking voor gemeenten, instellingen en de in die gemeenten wonende burgers.

Wat moet de gemeente nader onderzoeken?

De WMO is een bezuinigingswet wat een verschaling van voorzieningen betekent. De gemeente moet niet accoord gaan met de wet omdat ze nog niet weet waar ze ja tegen zegt. De eisen moeten landelijk worden vastgelegd anders ontstaat er rechtsongelijkheid tussen burgers en verschil in voorzieningen waardoor burgers kunnen shoppen, verhuizen enz. Het is van belang niet zelf het wiel uit te vinden. Ook belangrijk is de lokale behoefte voor ogen houden om te voorkomen dat er teveel compromissen worden gesloten of de grotere steden opdraaien voor de problemen van de kleinere gemeenten (NIMBY effect).

Meerwaarde van samenwerking onderzoeken voor de verschillende prestatievelden vanuit klantenperspectief.

Welke risico’s zijn er?

De risico’s (financieel, voorzieningenniveau) zijn groter bij geen regionale samenwerking dan bij regionale samenwerking

Welke onderwerpen/thema’s moeten echt aan de orde komen?

Er moet een analyse plaatsvinden van de keten en de samenhang tussen de verschillende zorg en welzijnsproducten goed in beeld brengen. Wat is er nodig voor de burgers van Delft. Dan wordt ook zichtbaar waar regionale samenwerking wenselijk/mogelijk is.

Randvoorwaarde voor de implementatie van de prestatievelden is het betrekken van wonen bij de ontwikkeling zorg, welzijnsvoorzieningen

Workshop 6. de WMO vanuit klantperspectief

Inleiding

Deze workshop kent twee invalshoeken:

De positie van de individuele zorg- en ondersteuningsvrager bij het aanvragen van hulp.

Op welke wijze kunnen klanten invloed hebben op het beleid van de gemeente.

Doel van de workshop is te verkennen welke mogelijkheden er zijn om klanten en burgers te betrekken bij de invulling van het gemeentelijk beleid.

Toppers vraag 1: Onderzoek

Sessie1.

Belangenbehartiging

Uitvoering monitoren

Voorlichting/deskundigheidsinbreng

Sessie 2

Voorlichting en advies geven aan de gemeente vanwege beleidsontwikkeling

Communicatie (zorgdragen voor een goede communicatie tussen achterban <> gemeente)

Beleid monitoren (kwaliteitsbewaking)

Toppers vraag 2: Risico’ s

Sessie 1

Goede vertegenwoordiging van de doelgroepen

Prestatievelden en doelgroepen zijn zo divers

Sessie 2

Stem van het individu moet gehoord worden

Ondeskundigheid bij gemeenten

Besluitvorming van Raad monitoren en effect van gebruikersadvies daarin.

Toppers vraag 3: Welke onderwerpen moeten aan bod komen?

Sessie 1

Goed organiseren van de inspraak, tijdig in het proces

zorgen voor een goede vertegenwoordiging en zorgen voor goede informatie naar gebruikers.

Sessie 2

Algemeen belang <> individueel belang, moet goed in balans zijn.

transparantie van beleid en regels > goede communicatie.

Heldere communicatie.

Plenair Slot:

Reactie van de wethouder, D. Rensen

De heer Rensen schetst een aantal elementen welke hij in de door hem bijgewoonde workshops is tegengekomen. Naast kansen ziet hij een flink aantal risico’ s in de nieuwe WMO. Ten eerste geeft hij aan dat het niet meer zonder meer gebruikelijk en mogelijk is voor jongeren om vrijwilligerswerk en mantelzorg te verlenen. Daarmee raak je wel de een cruciaal uitgangspunt van de wet. Het vraagt om creativiteit. Hij beziet daarom samen met partijen of een koppeling aan de brede school mogelijk is, zodat jongeren studiepunten kunnen verzamelen met vrijwilligerswerk en tevens ervaring hiermee opdoen!

Ten tweede noemt hij het risico van betaalbaarheid voor de gemeente. Daar moeten we in zijn ogen niet te naïef over zijn. Er zijn immers grenzen aan de gemeentelijke financiële middelen.

Hij zegt toe dat de resultaten van de avond worden meegenomen in het vervolgtraject.

Er komt een plan van aanpak de verschillende thema’ s zal bevatten. Hij stipt er twee aan:

Gaat de gemeente Delft de wet alleen uitvoeren of zal regionaal worden samengewerkt? In de workshop proefde hij enthousiasme voor het laatste.

Met wie gaat de gemeente Delft samenwerken?

De heer Meuleman geeft aan dat de bijeenkomst veel waardevolle input heeft opgeleverd en dankt iedereen voor zijn/haar inbreng. Hij geeft aan dat alle informatie wordt meegenomen in het vervolgtraject en dat hierbij niets verloren zal gaan. Hij sluit de vergadering.

terug naar boven